Wratten bij paarden

Een paardenneus vol met wratten, het ziet er niet zo fraai uit maar gelukkig is het in de meeste gevallen geen zorgelijke aandoening. Wratten zijn een veelvoorkomende huidaandoening bij paarden. Maar hoe komen die wratten daar? En hoe gaan ze weer weg?[

Wratten (officieel genaamd ‘ verrucae’) zijn gezwelletjes die veroorzaakt worden door besmetting met een virus (Equine papillomavirus). Het virus stimuleert de celgroei van de huidcellen waardoor er een verdikking ontstaat op de huid. maat van de wrat kan variëren van een klein bultje tot een plek ter grootte van een tennisbal. Qua uiterlijk heeft het iets weg van een bloemkoolroosje, niet te verwarren met het verruceuze type van een sarcoïd.

Een infectie kan snel worden overgebracht door direct contact met een geïnfecteerd paard. Via een wondje of schaafplek kan het virus zich binnendringen. Ook via paardenborstels, handdoeken, kleding etc. kan het virus mogelijk worden overgebracht.  In de eerste periode na besmetting is er eigenlijk niets te zien. De incubatietijd van het virus kan tussen de 2 en 3 maanden zijn. Dit betekent dat de eerste wratten zich pas na deze periode laten zien.

Wratten kunnen bij ieder paard voorkomen. Vooral bij jonge paarden en veulens wordt het virus snel overgebracht omdat er nog onvoldoende specifieke afweer tegen het virus is. Wanneer een grote koppel in het weiland loopt (vooral in de lente en zomer) is er veel lichamelijk contact tussen de paarden waardoor het risico op infectie groot is.

Als mens kun je door aanraking met een besmet paard zelf geen wratten krijgen. Je kunt het echter wél overbrengen op een ander paard.

Nadat de eerste verschijnselen zichtbaar zijn begint het lichaam van het paard in de meeste gevallen  afweer op te bouwen tegen het virus. Dit proces kan een aantal maanden duren (3-6) met als resultaat een immuniteit voor het papillomavirus. De wratten verdwijnen dan ook vanzelf na deze periode en zullen in de meeste gevallen niet terugkomen.

Het kan wel eens voorkomen dat een paard niet genoeg weerstand opbouwt waardoor de wratten (langer) aanwezig blijven. Bijvoorbeeld bij paarden op leeftijd of paarden met een verzwakt afweersysteem. Gelukkig heeft het hebben van wratten voor paarden geen noemenswaardige gezondheidsrisico’s.

De meest voorkomende plek waar de wratten zich laten zien is de neus van het paard. Dit zien we vooral bij de jonge paarden. De wratten kunnen ook voorkomen rond de lippen, aan de onderbenen of op geslachtsdelen.

De wratten op de geslachtsdelen of benen kunnen bij volwassen paarden soms wat langer aanwezig zijn. Deze zijn vaak ook wat groter dan de wratten op de neus.

Deze huidaandoening hoeft in de regel niet behandeld te worden. Doordat het paard zelf een afweer opbouwt verdwijnen de wratten na een paar maanden weer vanzelf.

Wanneer de wrat of wratten niet verdwijnen, dan kan het zijn dat het paard deze zijn verdere leven bij zich draagt. Hier zijn geen gezondheidsrisico’s aan verbonden.

Zit de wrat op een vervelende plek of ondervindt het paard anderzijds hinder van de wrat, dan is het soms mogelijk om de wrat te laten verwijderen na overleg met de paardenarts. Dit kan operatief (chirurgisch), door middel van bevriezen of wegbranden.

Er zijn veel verschillende huidaandoeningen bij paarden.  Voor een goede diagnose, prognose en eventuele behandeling is het daarom altijd noodzaak om een dierenarts in te schakelen.

Zijn er wratten gesignaleerd, of is er twijfel over het soort huidaandoening neem dan contact op met de dierenarts.

Auteur: Mark van Manen