Veranderingen in het weer en veranderingen in het gras of weiland zijn redenen om paarden in het najaar van de wei op stal of paddock te zetten. Zolang het gras groeit en er voldoende gras staat, kan het weiland nog prima gebruikt worden. Kouder weer en korter licht zet een stop op de grasgroei en op gegeven moment is het land te kaal. Als regen de bodem nat en zacht maakt lopen paarden snel de weide kapot en is het ook beter ze eraf te halen. Maar zolang het paard nog de wei op kan, zorgen weersveranderingen voor risico’s op onder andere hoefbevangenheid, koliek of diarree. Bijvoorbeeld omdat het najaarsgras plots suikerrijk is.
Slap gras
Zolang de temperaturen redelijk hoog blijven zal het gras blijven groeien. In het najaar komt er niet veel harde stengel meer in het gras. Typisch najaarsgras is lang en slap. Dat zie je soms ook terug in hooi uit deze periode. Het heeft weinig structuur. Paarden eten dit vrij snel op en missen eigenlijk wat harde stengels om goed op te kauwen. Ook de gehalten aan eiwit en zeker ook suiker zijn soms vrij hoog in najaarsgras. Het is dus zeker geen “arm spul”.
Staat er nog een hoge snee gras in de wei, dan wil je dat er eigenlijk voor de winterrust af hebben. Of door paarden te laten grazen (of andere grazers) of door het nog te maaien. Het gemaaide gras drogen tot hooi gaat in het najaar niet meer lukken. Wel kan er voordroog van gemaakt worden. Laat het gemaaide gras niet op de wei liggen, want dit verstikt de bodem.
Speekselvloed
Op warmere dagen kan bij lang gras, zeker onderaan bij de bodem, schimmels groeien. Op klaver groeien soms schimmelsoorten die bepaalde stoffen (Slaframine van de schimmel Rhizoctonia leguminicola) bevatten waar paarden erg van gaan speekselen. Deze speekselvloed ziet er wat alarmerend uit. Gelukkig stopt het vrij snel als je het paard van het gras haalt.
Suikerrisico in najaarsgras
Het weer is in het najaar zeer veranderlijk. Zo loop je in je T-shirt en een dag later moet de warme jas aan. Dit geeft veel variatie in de groei en gehalten in het gras. Daarom zijn er juist in ditjaargetijde nogal eens paarden met koliek, dunne mest of hoefbevangenheid. Gras maakt onder invloed van zon suiker en gebruikt dit om te groeien. Bij minder koude temperaturen gebruikt het gras dit suiker gedurende de nacht.
Als na een zonnige dag de nacht koud is (minder dan 5 graden), blijft het hoge suikergehalte in het gras aanwezig. In de ochtend is het gras dan suikerrijk. Dus bij vorst aan de grond na een zonnige dag even nadenken of de paarden wel op de wei kunnen. Natuurlijk lopen vooral paarden met insulinedysregulatie of kans daarop dan een risico. Dit zijn paarden met overgewicht, Equine Metabool Syndroom (EMS), PPID, senioren en paarden die hoefbevangenheid hebben of hebben gehad.
Afgrazen maar niet te kort
Zolang het kan kunnen paarden prima in het najaar op de wei. Lopen ze alles kapot of is het gras op, dan blijft er van de wei niets over. Omdat paarden nu eenmaal graag blijven grazen, eten ze hele korte grassprietjes toch op; met wortel en al. Zo komt er steeds wat zand mee naar binnen. De hele korte grasjes hebben wat weinig structuur en dat geeft weinig stimulans voor een gezonde darmwerking. Het binnengekomen zand krijgt zo meer kans om in de darm te blijven. Ophopend zand in de darm belemmert tenslotte zelf de darmwerking en de kans is groot dat mestwater, diarree of koliek het gevolg is.
Zonder weide geen beweging
Omdat ook de wei behoefte heeft aan een rustperiode is het goed de wei in de winter tijdelijk niet te gebruiken. Om paarden hun beweging te geven zijn een ruime paddock, lange zandpaden om de weide (paddock paradise) en natuurlijk lekker buiten rijden prima alternatieven. Niet elke locatie heeft deze mogelijkheden, maar kijk toch wat jij kan doen om je paard in de winter niet te lang stil te laten staan.
