In de maanden september en oktober kun je je paard met 50% korting op PPID laten testen en zolang de voorraad strekt. De PPID- bloedtest is essentieel voor zowel het diagnosticeren van de ziekte als voor het monitoren van de behandeling tijdens het verdere verloop van PPID.
PPID, voorheen ‘ziekte van Cushing’, is een aandoening waaraan veel paarden lijden en is in veel gevallen de oorzaak van hoefbevangenheid. Maar ook bij vage klachten als spierverlies en verminderd presteren kan PPID de oorzaak zijn.
Het is belangrijk om PPID bij je paard of pony tijdig vast te stellen en te behandelen om verergering van de symptomen te voorkomen.
Je dierenarts kan eenvoudig bloedonderzoek bij je paard uitvoeren om te bepalen of je paard PPID heeft. De PPID-test kan het hele jaar door gedaan worden, bij verschijnselen van PPID zoals hoefbevangenheid, of om de behandeling te controleren. Je dierenarts kan je hierover het beste adviseren. Een goed moment om de bloedtest uit te voeren is in het najaar (september en oktober).
Hoe weet je of het zinvol is om een PPID-test bij je paard te laten doen?
Vraag je dierenarts om advies. In dit artikel veel praktische informatie over de test en werkwijze.
Wist je dat?
Ongeveer 15-30% van de paarden ouder dan 15 jaar heeft PPID
Ondanks het feit dat PPID meestal bij paarden ouder dan 15 jaar wordt gediagnosticeerd, wordt het ook regelmatig bij jongere paarden gevonden.
Wat is PPID en hoe herken ik dit bij mijn paard?
‘Pituitary Pars Intermedia Dysfunction’ (PPID) is een aandoening waarbij de aanmaak van hormonen wordt ontregeld. Wanneer de normale hormoonaanmaak wordt verstoord kan dit zich uiten in allerlei ziekteverschijnselen.
Symptomen
Een paard met PPID kan veel verschillende klachten hebben. De bekendste zijn een veranderende vacht, hoefbevangenheid of spierverlies. Maar niet alle paarden hebben deze duidelijke verschijnselen. Sommige paarden tonen mildere klachten zoals een verminderde afweer, sloomheid of gedragsveranderingen.
De meest bekende symptomen van PPID zijn:
- Hoefbevangenheid
- Verandering van vacht (hypertrichose): vol en lang krullerig haar of slecht verharen
- Verandering van lichaamsbouw door o.a. spierverlies: ondermeer bij de rug en de buik (er kan een ‘hangbuik’ of ‘bolle buik’ ontstaan)
- Sloomheid (lusteloosheid)
De minder bekende symptomen van PPID zijn:
- Verminderd presteren
- Vetophoping boven de ogen
- Terugkerende infecties (door een verminderde weerstand)
- Abnormaal zweten
- Veel drinken en plassen
- Verandering van eetlust
- (Terugkerende) pees- en ligament blessures
- (Terugkerende) zoolzweren
- Verminderde vruchtbaarheid bij merries
Een paard met PPID kan één of meerdere van deze verschijnselen tonen of geen. Ieder paard is uniek en kan PPID dan ook weer anders tonen. PPID is progressieve een aandoening die in de loop van de tijd langzaam verergert. In het beginstadium zijn de symptomen vaak minder specifiek en kunnen makkelijk over het hoofd worden gezien of toegeschreven worden aan het verouderingsproces van het paard. Zo kan het zijn dat een paard de aandoening al heeft zonder nog verschijnselen te tonen. Naarmate de aandoening langer aanwezig is wordt het risico steeds groter dat het paard ook andere (ernstigere) verschijnselen krijgt.
TIP | Bekijk ook de video over PPID
Wist je dat?
Hoefbevangenheid wordt in ongeveer 90% van de gevallen veroorzaakt door een hormoonafwijking zoals PPID en/of EMS.
PPID is tegenwoordig goed te behandelen | Test je paard tijdig op PPID
PPID is nog niet te genezen, maar met medicatie is de ziekte wel goed onder controle te houden. Door er op tijd bij te zijn kan de aandoening met behulp van medicatie bedwongen worden, nog voordat er ernstigere verschijnselen zoals hoefbevangenheid of infecties ontstaan. Het is belangrijk om ook paarden met milde klachten goed te onderzoeken en eventueel te behandelen. Als je tijdig begint met de behandeling, hoeft je paard ernstige klachten hopelijk niet door te maken. Gevolgen als hoefbevangenheid zijn makkelijker te voorkomen dan helemaal te genezen.
Hoe werkt de medicatie bij PPID?
Om te begrijpen hoe de medicatie bij PPID werkt is het belangrijk om te eerst te begrijpen wat er gebeurt bij deze ziekte. Bij PPID worden de symptomen veroorzaakt door een tekort aan het stofje dopamine, waardoor de hypofyse in de hersenen te veel hormonen aanmaakt (zie schematische close-up van de hypofyse in de afbeeldingen hieronder) .
Medicatie voor PPID bevat de stof pergolide, die op dezelfde manier werkt als dopamine en helpt om de symptomen effectief tegen te gaan. Als je voldoende medicatie geeft, wordt het tekort aan dopamine dus weer aangevuld en stopt de hypofyse met overmatig veel hormonen aanmaken. Dit zorgt voor het verminderen of verdwijnen van de ziekteverschijnselen.
Omdat het lichaam zelf onvoldoende dopamine blijft aanmaken, heeft het paard de medicatie wel de rest van zijn leven nodig. Daarnaast kan het tekort aan dopamine over de tijd veranderen, waardoor je de medicatie moet bijstellen. Het is daarom belangrijk om je paard regelmatig te laten monitoren en het bloedonderzoek (PPID test) te herhalen. Vraag je dierenarts om advies.
Uitleg werking hypofyse: normaal vs PPID vs onder behandeling van medicatie voor PPID
Zie afbeeldingen hieronder: De hypothalamus (1) en de hypofyse (2) (in het Engels ‘pituitary gland’) zijn twee hormoonklieren en bevinden zich beide aan de basis van de hersenen van je paard. In de hypothalamus zijn zenuwen (3) aanwezig die de stof dopamine (4) aanmaken. Deze stof is belangrijk als het gaat om het regelen en afgeven van bepaalde hormonen, zoals het hormoon ACTH (5), door een gedeelte van de hypofyse die de pars intermedia (6) wordt genoemd. Daarnaast reguleert het nog talloze andere hormonen uit de hypofyse.
Close-up (schematisch) van de hypofyse van een normaal gezond paard
Voedingstips voor paarden met PPID
Door medicatie kan het paard weer redelijk terug in zijn oude vel komen. Omdat de hormonen van invloed zijn op bijvoorbeeld de energie- en eiwithuishouding, is het aanpassen van het rantsoen zinvol, om het paard zo goed mogelijk te ondersteunen. Hieronder enkele tips. Lees hier meer over aangepaste voeding voor paarden met PPID
1. Laat altijd het hooi analyseren
2. Let op het eiwitgehalte in het hooi
3. Gebruik vezelrijke voeders om meer energie te voeren als je paard vermagert
4. Voor paarden met PPID is weidegang niet vanzelfsprekend
5. Er is niet één specifiek dieet voor alle paarden met PPID
Hoe weet ik of ik mijn paard moet laten testen?
- Heb je een paard dat hoefbevangen is en/of één of meerdere van de hierboven genoemde verschijnselen vertoont?
Neem dan contact op met je dierenarts om te overleggen of een PPID-test raadzaam is. - Heb je een paard van 15 jaar of ouder?
Overleg dan met je dierenarts of je paard ziekteverschijnselen heeft en een PPID-test nodig is om tijdig in te grijpen en problemen voor te blijven. - Tip! Doe de PPID-Check en kom erachter in 13 vragen of het verstandig is om je paard te laten testen op PPID:
Test je kennis over PPID
PPID (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction), is een aandoening waaraan veel paarden lijden. Wat weet jij van PPID bij paarden?
Doe de Veterinaire Kennisquiz en ontvang jouw score & de goede antwoorden in je mailbox!
Diagnostiek | Hoe werkt de PPID-test?
Bij PPID produceert de hypofyse in de hersenen te veel van een aantal hormonen, waaronder het stofje ACTH. De meest gebruikte test om PPID te bepalen maakt hier gebruik van door het ACTH-gehalte in het bloed te meten.
De test is er op gericht om de hoeveelheid ACTH in het bloed te bepalen. Hiervoor zal de dierenarts een buisje bloed bij je paard afnemen. Wanneer het bloed is afgenomen wordt het bloedbuisje gekoeld zodat het ACTH stabieler blijft. Eenmaal op de praktijk zal de dierenarts het bloed gekoeld verzenden naar het laboratorium waar de test wordt uitgevoerd. Het laboratorium stuurt de uitslag binnen 2 à 5 werkdagen naar je dierenarts. De resultaten van het bloedonderzoek worden vergeleken met de normale ACTH-waarden die worden gemeten bij niet zieke paarden. Op deze manier kan bevestigd worden of het paard daadwerkelijk PPID heeft.
Goed om te weten!
De PPID-test kan in principe het hele jaar uitgevoerd worden, maar is doorgaans het meest gevoelig of betrouwbaar in het najaar (september en oktober).
De uitslag
Je dierenarts zal altijd zowel de uitslag als het klinisch beeld van je paard bekijken. Om de uitslag goed te interpreteren zal hij/zij rekening moeten houden met wanneer het bloed is afgenomen. Welk moment op de dag was dit, welk moment in het jaar en had het paard op dat moment bijvoorbeeld last van stress?
De ACTH normaalwaarden zijn seizoengevoelig en schommelen door het jaar heen. Zo is het ACTH niveau in het bloed van zowel gezonde als paarden met PPID hoger in de maanden augustus t/m oktober. Deze toename heeft te maken met de hormonale aanpassingen in het paardenlichaam ter voorbereiding op de wintermaanden. Bij paarden met PPID stijgt de ACTH concentratie in het najaar flink, en wel zoveel meer dan bij gezonde paarden dat het aantonen van PPID in deze maanden het makkelijkst is.
Het is ook verstandig om paarden die PPID hebben en op medicatie staan regelmatig te blijven controleren. Met de test kan gecontroleerd worden of de dosis hiervan aangepast moet worden. Wordt er te weinig medicatie gegeven dan kan het paard weer verschijnselen gaan vertonen. PPID kan verergeren en om meer medicatie gaan vragen. De dierenarts bepaalt samen met de eigenaar de optimale dosis.
Meer informatie: PPID test met 50% korting
In de maanden september en oktober kun je je paard met 50% korting op PPID laten testen en zolang de voorraad strekt. Vraag je dierenarts om advies.
Voor meer informatie over PPID en de actievoorwaarden kun je terecht op:
diergezondheid.nl/paard/gezondheid/ppid