Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 6 minuten

De meeste paardeneigenaren hebben wel eens van de aandoening spat gehoord, maar wat is spat nu eigenlijk precies? Spat is osteo-artrose van het tarsometatarsaal -en distaal intertarsaal gewricht in de sprong van het paard. Artrose (osteo-artrose) kennen we vooral als gewrichtsslijtage.

Afb. 1: Röntgenfoto van een normaal spronggewricht

Wat is osteo-artrose precies?

Osteo-artrose is een veel voorkomende klacht waarmee paardeneigenaren bij de dierenarts komen. Doordat er vaak extra bot en kraakbeen aangemaakt wordt bij osteo-artrose kan het gewricht minder soepel bewegen. Hierbij worden de oppervlakken die glad over elkaar moeten glijden ruw, wat zorgt voor pijn en minder flexibiliteit bij het bewegen.

Anatomie van het spronggewricht

Het spronggewricht in het achterbeen van het paard is vrij complex opgebouwd. In feite bestaat het uit vier gewrichten:

  • Het TaloCruraal gewricht (TC), tussen de talus (sprongbeen)(a) en de tibia (scheenbeen) (b)
  • Proximale InterTarsaalgewricht (PIT), tussen het sprongbeen en de proximale metatarsus (e)
  • Distale InterTarsaalgewricht (DIT), tussen de proximale (e) en distale metatarsus (f)
  • Tarso MetaTarsaal gewricht (TMT), tussen de distale metatarsus (f) en het pijpbeen (g)
Afb. 2: Röntgenfoto van spronggewricht met spat

Wat is spat precies?

Het bovenste gewricht, het Talocruraal gewricht (TC), zorgt voor de meeste beweeglijkheid in de sprong. De onderste 2 gewrichten, het DIT en TMT gewricht, zijn betrokken bij spat. In feite hebben we het dan over slijtage van deze 2 kleine gewrichtjes.

Oorzaken van spat

Slijtage van een gewricht wordt ook wel artrose genoemd. Het ontstaat door herhaaldelijk lichte beschadigingen van met name het kraakbeen binnenin. Dit kan plaats vinden ten gevolge van ouderdom, overbelasting en grotere of kleinere blessures. Door de beschadiging neemt de kwaliteit van kraakbeen af. Vaak is er zelfs vermindering van de hoeveelheid kraakbeen en kan daarmee de gehele laag aangetast worden. Uiteindelijk kan dit leiden tot reactie van het botweefsel, dit uit zich dan in bot-verval (afname) of bot-woekering (opbouw). Het begin van het slijtageproces gaat meestal geleidelijk. Vaak is er sprake van schade op microscopisch niveau dat zich langzaam uitbreidt.

Mogelijke oorzaken van de beschadigingen zijn:

  • Overbelasting ten gevolge van:
    • zware training
    • slechte bodem
    • afwijkende hoef-/beenstand
  • Blessures
    • verstappen
    • verdraaien
    • trauma ten gevolge van verwonding/trap ander paard
  • Ouderdom ten gevolge van verouderingsproces van het kraakbeen
  • Erfelijke factoren

Symptomen van spat

Paarden met spat kunnen een erg wisselend beeld geven. Zoals duidelijk mag zijn, is dit afhankelijk van de ernst van de gewrichtsslijtage. Kenmerkend van artrose is dat de stijfheid/kreupelheid verbetert naarmate het gewricht opgewarmd wordt. Het paard gaat dus beter lopen na opwarming.

 

  • Vaak begint spat met een lichte stijfheid. Soms zelfs ongemerkt.
  • Geleidelijk kan een kreupelheid hierin sluimeren, maar het kan ook zijn dat het paard acuut kreupel lijkt. Voorafgaand zijn er dan waarschijnlijk wel al signalen geweest waarin het aangetaste been minder belast wordt.
  • Indien er sprake is van duidelijke spat zien we vaak een harde zwelling bij het spronggewricht. Dit is nieuw gevormd bot ten gevolge van botwoekering/opbouw.
  • Ophoping van vocht vindt ook plaats rondom het spronggewricht. Dit is de zien en voelen als een zachte zwelling waar je soms een putje in kunt drukken.

Diagnose

Een paardeneigenaar komt meestal met de klacht dat het paard niet helemaal lekker loopt, niet rad is of er is sprake van een duidelijke achterbeen kreupelheid. De dierenarts zal dan eerst het paard klinisch goed bekijken op algehele conditie, been/hoefstand, zwellingen en verdikkingen aan de benen. Hierna zal hij/zij een kreupelheidsonderzoek uitvoeren.

Het is van belang dat het paard in stap en draf op een rechte lijn en op een volte wordt beoordeeld op zijn beweeglijkheid. Dit zowel op een zachte als op een harde bodem. Hieruit wordt meestal wel duidelijk vanuit welk been de kreupelheid komt. Daarna worden de zogenaamde buigproeven gedaan om de aard en lokatie van de kreupelheid beter te bepalen. Een positieve buigproef van de sprong (spatproef) is een aanwijzing voor spat. Om de lokatie nog meer uit te specificeren kan het gewricht uitverdoofd worden. Indien het paard weer rad gaat lopen na deze lokale verdoving, is dat een bewijs voor een probleem in dat gebied.

Aanvullend zullen er röntgenfoto’s gemaakt moeten worden vanuit verschillende richtingen. Op röntgenfoto’s kunnen benige veranderingen in het gewricht waar te nemen zijn. Met name botopbouw is duidelijk zichtbaar. Door vermindering van de hoeveelheid kraakbeen kan de ruimte tussen de afzonderlijke gewrichtjes minder duidelijk te zien zijn. De gewrichtsspleet wordt daardoor smaller. Bij kwalitatief goede röntgenfoto’s in combinatie met het klinisch beeld en een eventuele uitverdoving, kan de diagnose spat gesteld worden.

Therapie

De slijtage van een gewricht kan natuurlijk niet teruggedraaid worden. Artrose kan dus niet genezen. Wel kunnen we het proces vertragen en mogelijk voorkomen door preventieve maatregelen te nemen. Therapeutisch kunnen we 2 methoden onderscheiden: medicamenteus en chirurgisch.

Medicamenteus

Afhankelijk van de ernst van de klachten kan er gekozen worden voor de conservatieve methode door middel van het gebruik van ontstekingsremmers:

NSAID’s

Corticosteroïden

Tiludroninezuur

Hyaluronzuur

Chirurgisch

Arthrodesis

Het spronggewricht wordt hierbij zodanig chirurgisch vastgezet en uitgeboord dat het volledig vergroeit aan elkaar. Hierdoor kan het paard weer zonder pijn bewegen. De beweeglijkheid van het gewricht neemt hiermee maar in beperkte mate af. Deze methode kan ook plaatsvinden door middel van lasertherapie of via het injecteren van mono-iodoacetaat. In Nederland wordt vaak de voorkeur gegeven aan een niet-chirurgische therapie bij spat.

Aanvullende therapie

  • Shockwave
    Door middel van het gebruik van geluidsgolven kunnen verkalkingen in het bot afnemen. Shockwave therapie stimuleert ook de doorbloeding en daarmee het algehele herstelproces. Daarnaast heeft het een tijdelijk pijnstillend effect.
  • Orthopedisch beslag
    Door de stand van het been te veranderen kan het spronggewricht enigszins ontlast worden. Aangepast beslag en aangepast bekappen werken aanvullend om de belasting van het gewricht te verminderen. Een zogenaamd spatbeslag zet het paard ‘binnendoor’ en verandert de stand van het been.
  • Fysiotherapie
    Passieve bewegingen kunnen in zijn algeheel toegepast worden om de beweeglijkheid van onderlinge gewrichten, wervelkolom en hals te optimaliseren. Bij langdurige kreupelheid gaat een paard altijd ergens compenseren in zijn lichaam waardoor er overbelasting kan plaatsvinden. Door het gehele lichaam zoveel mogelijk optimaal te laten functioneren kan overcompensatie verminderen.

 

Er zijn diverse supplementen/voederadditieven (zelfzorgmiddelen) op de markt, welke mogelijk in te zetten zijn, maar waarvan de werkzaamheid niet altijd bewezen is. Overleg bij het gebruik van deze middelen altijd met je dierenarts.

*Genoemde therapieën zijn voorbeelden van mogelijkheden. Overleg met je eigen dierenarts wat voor jouw situatie de best passende therapie is.

 

Preventie

Om gewrichtsslijtage te voorkomen kan al vroeg in de opfok gekeken worden naar de ontwikkeling van het veulen. Juiste voeding, beweging, correctie van beenstand en risicobeperking op blessures kan op latere leeftijd veel problemen voorkomen. De training van het jonge rijpaard zal altijd in overeenstemming moeten zijn met de leeftijd en het niveau van het paard. Correcte bodem en juiste belasting zijn van groot belang om beschadiging op microscopisch niveau te beperken.

 

Auteur: Anna Lagendaal

Gerelateerde rubrieken