Maagzweren komen bij veel paarden voor. Niet alleen bij sportpaarden, maar ook bij recreatief gebruikte paarden en pony’s. Er zijn meerdere oorzaken voor te noemen en waarschijnlijk is hier nog niet alles over bekend. De behandeling van maagzweren bestaat over het algemeen uit medicijnen, aanvullende supplementen en een voer- en managementadvies. Maagzweren zijn niet allemaal hetzelfde, de reactie op de behandeling is ook niet altijd hetzelfde en het komt dan ook geregeld voor dat maagzweren weer terugkomen. Om maagzweren te voorkomen of het herstel te bevorderen is het belangrijk om het rantsoen aan te passen om de maag zoveel mogelijk te ondersteunen. Daarover gaat dit artikel.
Het probleem maagzweren is groot. Hoe komt dat?
Bij racepaarden en endurance paarden kan wel meer dan 90% van de paarden maagzweren hebben tijdens het wedstrijdseizoen. Maar ook bij spring- en dressuurpaarden is de prevalentie 60% en bij recreatiepaarden 40% (verschillende studies en grote variaties). Een niet te onderschatten probleem dus.
Ook in de natuur kan een paard maagzweren krijgen, blijkt uit onderzoek. De werking van de maag, het beschermingsmechanisme van de maag, het rantsoen en de feitelijke inspanning van het paard spelen allemaal een rol in het ontstaan van maagzweren. Soms is het niet duidelijk waarom een paard maagzweren heeft. Ook na ziekte of blessures kunnen paarden maagzweren krijgen. Ook al weten we nog niet alles, we kunnen wel met de kennis die we hebben zoeken naar de beste manier om maagzweren te voorkomen. En het rantsoen speelt daarin een grote rol.
Normale voeropname en maagfunctie
Over de werking van het maagdarmkanaal en de natuurlijk voeropname is een uitgebreid artikel geschreven (zie artikel over het verteringsstelsel van het paard). Om de voermaatregelen en de risicofactoren in het kader van maagzweren goed te begrijpen nog even een korte uitleg.
Paarden zijn geëvolueerd op het eten van vezelrijk voer. Ze lopen en eten een groot deel van de dag. Paarden kauwen zeer goed op het voer tussen het lopen door. De kiezen hebben harde richels om de stengels fijn te malen. Pas als het fijn genoeg is slikken ze het door. Geholpen door het speeksel dat vrijkomt tijdens het kauwen. Via de slokdarm komt de voerhap in de maag. Het eerste deel van de maag is meer een opvangvat en heeft geen klierfunctie. Er is een microflora die het voer wat fermenteert. De maagwand is niet beschermd tegen zuren. In het tweede deel van de maag is wel een klierfunctie en wordt maagzuur geproduceerd. Dit zuur dood bacteriën of andere pathogenen. Het zuur is ook noodzakelijk voor de start van de eiwitvertering. De maagwand in dit deel heeft een eigen bescherming tegen maagzuur. Dit bestaat uit een slijmlaag met bicarbonaat (buffer), een hele snelle vervanging van maagwandcellen en een hoge doorbloeding, dit alles ondersteunt door een aantal hormonenachtige stoffen (o.a. prostaglandinen). De maag mondt uit in de overgang (pylorus) naar de dunne darm (zie illustratie hieronder).
Vezelrijk voer komt in happen geleidelijk aan in de maag en vormt een soort mat of laag in het bovenste maaggedeelte. Dit voorkomt stroming van maagzuur die kant op. Geleidelijk verplaatst het ruwvoer zich door de maag heen, wordt door maagbewegingen gemengd en verlaat de maag via de pylorus. Er is een zuurtegraad gradiënt in de maag van hoog naar laag. De tijdsduur van voer door de maag heen is afhankelijk van het soort voer en de hoeveelheid en varieert tussen 30 minuten en 2-3 uur.
Maagzweren in verschillende delen van de maag
De maag bestaat dus uit twee functioneel verschillende delen. Een deel zonder klieren en met een maagwand die lijkt op de slokdarm en een deel met klieren met een maagwand die bestand is tegen maagzuur. In de maag is duidelijk het verschil tussen deze twee delen te zien doordat de maagwand met klieren een donkerrode kleur heeft in tegenstelling tot de lichte kleur van het bovenste deel. Als maagzuur van het rode (onderste) in het lichtere deel (bovenste maagdeel) terechtkomt, gaat dit de maagwand irriteren. De maagwand raakt ontstoken en er ontstaat een maagzweer. Deze zie je dus vooral net over de scheidslijn tussen deze twee delen. Voor het bepalen van de ernst bestaat een gradatie-systeem afhankelijk van het uiterlijk en de grootte. Deze maagzweren worden aangeduid als Equine Squamous Gastric Disease, ESGD.
Maagzweren in het klierrijke deel worden vooral gezien bij de uitgang naar de dunne darm. Het uiterlijk van deze maagzweren is soms wat anders. Ook hier is een gradatie-systeem voor om de ernst in te schatten. Dit zijn de Equine Glandular Gastric Disease, EGGD.
De dierenarts kan de maag inwendig onderzoeken met een gastroscoop (maagscopie). Verbetering van de techniek heeft geleid tot een beter zicht in de maag en daardoor ook meer herkenning van maagzweren die wat dieper liggen. Tegenwoordig worden steeds meer maagzweren gevonden in het klierrijke deel. Of dit alleen komt door de betere techniek of dat dit nu vaker voorkomt is niet bekend.
Oorzaak maagzweren in het klierloze deel van de maag (ESGD)
Maagzweren die ontstaan in het deel van de maag die niet beschermd is tegen maagzuur zijn het meest bekend. In het zoeken naar de oorzaken komt het rantsoen en het voermanagement snel in beeld. Want als paarden weinig ruwvoer eten is de bescherming van de “mat” met ruwvoer in de maag beperkt.
Dit is ook zo als de tijd tussen de voerbeurten lang is (> 6 uur). Juist in deze situatie kan inspanning een risico zijn voor maagzweren, vooral bij intensieve trainingen. Door de beweging van de maag tijdens bijvoorbeeld snelle galop, klotst het maagzuur letterlijk naar het bovenste, onbeschermde, deel van de maag.
Door weinig ruwvoer te voeren kauwt het paard minder. Minder speekselproductie geeft ook minder bufferend vermogen in de maag en bescherming tegen het maagzuur. Veel krachtvoer geeft maar beperkt meer kauwbewegingen en geeft dus veel minder speekselproductie dan ruwvoer.
Krachtvoer met veel zetmeel en suikers kan de maag op verschillende manieren nadelig beïnvloeden. De microflora in het bovenste deel van de maag fermenteert zetmeel. Daarbij ontstaat melkzuur. Het gebruik van melkzuur door andere bacteriën is in deze microflora beperkt en het melkzuur kan dus leiden tot een verzuring die de maagwand aantast. Zetmeel en suikers ‘triggeren’ ook het vrijkomen van het hormoon gastrine. Gastrine stimuleert de productie van maagzuur. Zo wordt de maaginhoud zuurder en is er meer risico op het beschadigen van het klierloze deel van de maag.
Tenslotte zijn elektrolyten schadelijk voor de maag als ze direct in de mond worden gegeven op een lege maag. Heeft het paard extra zouten nodig omdat het veel heeft gezweet, voeg dit dan toe aan een maaltijd (slobber bijvoorbeeld) en laat het paard eerst wat ruwvoer eten.
Oorzaak maagzweren in het klierrijke deel van de maag (EGGD)
Over de oorzaak van maagzweren in het onderste (zure) deel van de maag is nog maar weinig bekend. Het gebruik van “bute”, een pijnstiller en ontstekingsremmer (NSAID), wordt aangenomen als mogelijke oorzaak, maar tegenwoordig minder gebruikt.
Het maagzuur heeft een doel maar de maagwand moet er wel tegen beschermd worden. Alle factoren die het beschermingsmechanisme van de maag verstoren kunnen in potentie maagzweren veroorzaken:
- vermindering van de slijmlaag
- vermindering van de doorbloeding van de maag
- een tragere vervangingssnelheid van de maagwandcellen
- een verstoring van de hormonen die hier een rol in spelen, zoals het hormoon prostaglandine. Mindere productie van prostaglandine is nadelig voor de bescherming van de maagwand.
- meer productie van maagzuur tast de bescherming van de maagwand aan
Valt (een deel van) de bescherming van de maagwand weg of neemt de maagzuurproductie toe, dan kan het zuur de maag aantasten en beschadigen.
Intensieve training en frequentie van wedstrijden lijkt tot meer maagzweren in dit deel van de maag te leiden. Dit kan te maken hebben met bijvoorbeeld meer stress. Ook individuele huisvesting geeft een hoger risico. Het idee is dat door meer stress de bescherming van de maagwand vermindert. Er zijn weinig duidelijke relaties met voeding voor dit type van maagzweren. Bij pas gespeende veulens, maar ook volwassen paarden, lijkt het voeren van veel gehakselde luzernestengels beschadigingen aan de maagwand dicht bij de pylorus te kunnen geven. Dit kan mogelijk door een (nog) minder effectieve kauwactiviteit komen. Ook het voeren van veel hard stro heeft in onderzoek tot maagwandbeschadigingen geleid. Dit lijken wel wat andere defecten dan de traditionele maagzweren. De hardheid van stengels met een hoog ligninegehalte kan, met name bij beperkt kauwen, te prikkelend zijn. Hier is zeker meer onderzoek voor nodig.
Je paard heeft maagzweren, wat nu?
Symptomen van maagzweren zijn niet erg specifiek. Het kan een tijd duren voordat je in de gaten hebt dat je paard zich anders gedraagt, conditie verliest of minder presteert. In het artikel over maagzweren lees je meer over de symptomen en de diagnostiek van maagzweren. Laat bij twijfel de dierenarts je paard nakijken, want doorlopen met maagzweren is voor je paard geen pretje.
De behandeling van maagzweren bestaat uit een aantal medicijnen om de maagzuurproductie te remmen en de maagwand te beschermen. Een onverwacht maar interessant resultaat in een onderzoek naar een bepaald product voor maagzweren was, dat rust, ruwvoer en regelmaat een genezende werking kan hebben. Nu kwamen deze paarden uit een minder gewenste situatie en had verandering van het management al een goed effect. De mate waarin je op korte termijn in staat bent het management te veranderen speelt zeker een rol in de keuze voor medicijnen. Maar natuurlijk ook de ernst van maagzweren, die je niet aan de klachten van het paard kan aflezen. Dat maakt een maagscopie een noodzakelijkheid om de juiste behandeling in te zetten.
Het succes van de behandeling van maagzweren is afhankelijk van de ernst, het effect van medicijnen, het rantsoen, de trainingsintensiteit en het vermijden van stress. Helaas komt herhaling van maagzweren geregeld voor omdat de omstandigheden van het paard niet blijvend aangepast (kunnen) worden.
Voeraanpassingen bij/ter preventie van maagzweren
Met name voor maagzweren in het klierloze deel van de maag (ESGD) zijn voermaatregelen succesvol. Bij maagzweren in het klierrijke deel van de maag (EGGD) heeft dit minder effect. Neemt niet weg dat voermaatregelen altijd een onderdeel zijn van de behandeling, maar ook van de preventie voor terugkeer van maagzweren. Zoals in het voorgaande is uitgelegd ontstaat een maagzweer als gevolg van een minder goed beschermingsmechanisme en door een verlengde blootstelling aan een hoge zuurgraad. Voedingsmaatregelen kunnen bijdragen de maag te beschermen door de buffercapaciteit te verhogen, de zuurproductie te verminderen en de maagwand te beschermen.
Management van het paard
Maagzweren, en met name maagzweren in het klierrijke deel (EGGD), komen veel voor bij (sport)paarden die stress ondervinden. Soms is het lastig de stressfactoren te vinden. Het ene paard is voor bepaalde omstandigheden gevoeliger dan het andere paard. Denk aan huisvesting en contact met andere paarden, reizen en wedstrijden. Vergeet ook de verhuizing niet bij de verkoop van paarden. En als je denkt dat groepshuisvesting voor alle paarden de oplossing is, ook daar komen regelmatig paarden voor met maagzweren. Als de stress veroorzakende omstandigheden niet veranderen, kan de behandeling van maagzweren “zinloos” zijn. Na het stoppen van de medicijnen keren maagzweren snel weer terug.
Conclusie
De oorzaken van maagzweren in het klierloze deel (ESGD) zijn vrij goed met rantsoenmaatregelen te voorkomen. Voor maagzweren in het klierrijke deel (EGGD) ligt dat wat anders. Door goed onderzoek te doen, weet je welke type maagzweren er aan de hand zijn, en kan je, samen met je dierenarts, een behandel- en preventieplant maken.
Controleer de omstandigheden van het paard en neem preventieve (voer)maatregelen bij stressverhogende activiteiten. Voor de meeste paarden geeft het eten van ruwvoer rust en zorgt voor speeksel wat de maag beschermt. Maagzuurbuffers kunnen helpen als het paard echt geen ruwvoer wil eten, maar weet dat ze maar een tijdelijk effect hebben. Omdat je voor een gezond rantsoen om maagzweren te helpen genezen en te voorkomen meerdere voedermiddelen kan inzetten, die elk weer hun eigen eigenschappen en gehalten hebben, is het handig dit af te stemmen met een voedingsadviseur. Een Voedingsconsulent Paard dierenarts is hier uitstekend geschikt voor.
Voertips!
- Geef onbeperkt ruwvoer als dat kan voor de conditie.
- Op grofstengelig hooi kauwt een paard langer dan op fijn hooi.
- Gebruik een slowfeeder om het paard langer te laten eten en kauwen.
Let op: de slowfeeder moet passen bij het ruwvoer, het paard mag niet gefrustreerd raken omdat hij het ruwvoer er niet uit kan krijgen. - Zorg in groepshuisvesting voor meer eetplekken dan paarden.
- Beperk het gebruik van krachtvoer met veel zetmeel en suikers (Z&S).
- Als er wel krachtvoer nodig is voor de conditie (mager), geef dan krachtvoer met een hoger vet- en vezelaandeel.
- Verdeel het krachtvoer in porties over de dag.
- Maak gebruik van bietenpulp en luzerne in het rantsoen.
- Extra plantaardige olie is een optie, maar denk aan de totale mineralen- en vitaminen voorziening.
- Train minder intensief bij maagzweren of stop de training totdat de maagzweer is genezen.
- Zorg dat het paard voor de training in ieder geval wat ruwvoer heeft gegeten (ca 300 gram), dit mag tot vlak voor het rijden.
- Geef geen elektrolyten direct in de mond, maar meng het door wat voer.
- Ruwvoer kauwen is stress verlagend, en kan meer rust geven tijdens het transport of op een wedstrijdterrein.