In het verleden was het paardenpaspoort voor de meeste paardenhouders niet meer dan een luxe uitvoering van het oude ‘vaccinatieboekje’. Tegenwoordig zijn er ook verplichtingen verbonden aan het paspoort. Dit heeft alles te maken met het feit dat paarden, pony’s en ezels in Europa in principe door mensen geconsumeerd kunnen worden. De directe aanleiding voor verhoogde aandacht voor het paspoort waren de vondsten van medicijnresten in paardenvlees, welke een risico voor de voedselveiligheid (en dus de gezondheid van mensen) kunnen vormen.
Identificatie en registratie
De overheid, vertegenwoordigd door controleurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), houdt sindsdien intensievere controles op de aanwezigheid van geldige paspoorten bij ieder paard en de administratie van het gebruik van medicijnen. In het systeem voor Identificatie en Registratie (I&R) van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) worden alle paarden geregistreerd volgens de gegevens uit het paspoort. Bij de uitgifte van een paspoort geven de gemachtigde instanties (*) de gegevens door aan de RVO.
Vanwege het in werking treden van de nieuwe Europese Diergezondheidsverordening, is hier sinds 2021 ook de verplichte registratie van een paard op het UBN-nummer van zijn verblijfsplaats bij gekomen. Als houder van een locatie waar paarden staan, ben je verplicht om paarden aan te melden op het UBN-nummer van je locatie. Lees meer over het registreren van paarden op UBN-nummer in ons artikel over Identificatie en Registratie (I&R).
—
(*) Gemachtigde instantie
De gemachtigde instantie in de zin van artikel 3, punt 5), van Verordening (EU) 2017/625 die overeenkomstig artikel 108, lid 5, punt c), van Verordening (EU) 2016/429 is aangewezen om de praktische toepassing van het identificatie- en registratiesysteem voor paardachtigen te waarborgen, waaronder de afgifte en bezorging van unieke, levenslang geldige identificatiedocumenten voor paardachtigen. Deze instantie wordt in titel IV, hoofdstukken 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 “instantie van afgifte” genoemd.
In dit artikel wordt de relevante informatie voor paardenhouders over paardenpaspoorten bij paardachtigen gebundeld. We noemen voor het gemak steeds alleen “het paard”. Hiermee worden ook de andere paardachtigen, zoals de pony, de ezel, de zebra en alle kruisingen hiervan, bedoeld.
Leestips!
Dit betreft een meer verdiepend artikel over het paardenpaspoort, waarbij (voor)kennis uit andere artikelen handig kan zijn:
- Nieuwe regels identificatie en registratie (I&R) paarden
- Diergeneesmiddelengebruik (artikel volgt in 2025)
Wat zijn de functies van het paardenpaspoort?
Hoewel veel paardeneigenaren het zich realiseren, worden alle paarden in Europa volgens de wet aangemerkt als slachtdieren voor de menselijke consumptie. De overheid heeft een belangrijke functie in de bewaking van de voedselveiligheid. Zij heeft al vele jaren geleden maatregelen genomen om de kans te verkleinen dat medicijnresten in het voedsel kunnen komen. Zo geldt er bij toedienen van diergeneesmiddelen meestal een wachttijd voor de slacht, zodat er geen medicijnresten in het vlees achterblijven. Het paardenpaspoort en de chip, die sinds 1 juli 2009 verplicht is voor alle paarden, spelen tegenwoordig een belangrijke rol bij het gebruik van diergeneesmiddelen bij paarden en het bewaken van de voedselveiligheid.
Identificatie
De identificatie door middel van het paspoort, gecombineerd met een chip, is ook van belang bij de bestrijding van dierziekten. Er kan een vervoersverbod ingesteld worden voor besmette dieren en dieren uit besmette gebieden. De gegevens kunnen ook worden ingezet voor een vaccinatiecampagne. Daarvoor is een correcte identificatie & registratie uiteraard essentieel.
Het paardenpaspoort dient ook belangrijke doelen, zoals:
- het kunnen herleiden van de geboortedatum
- het vaststellen van de afkomst / kennis over de stamboom, belangrijk voor o.a. de fokkerij
- het kunnen achterhalen van de herkomst van het paard
- het kunnen raadplegen van de sport- en vaccinatiehistorie
- diergezondheid, vanwege de mogelijkheid op controle van verplichte vaccinaties
- het verkrijgen van controle over de export en import van besmettelijke ziekten
Paardenpaspoort, het document
Een paardenpaspoort is een Europees identificatiebewijs van het paard. Een geldig Europees paardenpaspoort is een officieel document dat afgegeven en geregistreerd is door één van de gemachtigde instanties (bekijk meer informatie op de website van het RVO).
Regelgeving door de Europese Unie
De regelgeving betreffende het gebruik van diergeneesmiddelen bij paarden wordt bepaald door de Europese Unie en in iedere Europese Lidstaat geïmplementeerd. Sinds 21 april 2021 geldt de nieuwe EU Diergezondheidsverordening. Hiermee wordt veel bestaande regelgeving over dierziekten in één wet gevangen. Lidstaten mogen wel aanvullende of strengere eisen stellen, zolang deze het vrije verkeer van goederen en diensten tussen de lidstaten maar niet belemmeren en de regels niet in strijd zijn met de verordening. In Nederland is het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur verantwoordelijk voor deze wet- en regelgeving.
Onderdelen van het paardenpaspoort
In ieder paardenpaspoort staat tenminste:
- het levensnummer
- de geboortedatum
- de diersoort (bijv. paard, ezel)
- het geslacht en de kleur van het dier
De in het paspoort opgegeven kenmerken dienen te passen bij het dier. Het geldige paardenpaspoort bevat zonder uitzondering ook:
- een hoofdstuk (of los formulier) “Medische behandeling”.
- een uniek transpondernummer ook wel chipnummer genoemd, dat gevalideerd is door de gemachtigde instantie. Voor paarden waarbij het paspoort vóór 1 juli 2009 is uitgegeven, is een volledige schets en beschrijving in het paspoort door bevoegde een (paarden)dierenarts of paardenpaspoort consulent voldoende.
Eigendom: van wie is het paardenpaspoort?
Ondanks dat je betaalt om een paardenpaspoort te laten maken, is het niet jouw eigendom. Het blijft van de gemachtigde instantie. Dit is dus vergelijkbaar met onze eigen paspoorten, die eigendom blijven van de Staat. Bij overlijden, euthanasie of slacht van het dier moet het paspoort geretourneerd worden. Nadat het ongeldig gemaakt is, kun je het overigens wel retour ontvangen als aandenken.
Enkele praktische zaken betreffende het paardenpaspoort (belangrijke verplichtingen)
Alle paarden moeten in combinatie met het bijbehorende paspoort worden gehouden of vervoerd. Staat het paard nu thuis, op een pensionstal of op een manege, het paspoort moet altijd bij het paard aanwezig zijn. Alleen de eigendomspapieren, zoals een contract of aankoopbewijs, mogen thuis bewaard worden. Maak dus goede afspraken met de pensionstalhouder of de manege-eigenaar over het bewaren van en de verantwoordelijkheid over het paspoort.
Krijgt je paard (dier)geneesmiddelen?
Een belangrijk punt voor de dierenarts en houder van het paard is hun verplichting rond iedere toediening of afgifte van (dier)geneesmiddelen. Bij het toedienen van bepaalde medicijnen moet een dierenarts het paard via het paspoort en de RVO databank uitsluiten van menselijke (humane) consumptie. Er zijn echter nog veel meer, vaak nog onbekende regels waaraan een paardenhouder moet voldoen. Deze lees je onder andere in het onderdeel ‘Verplichtingen’ verderop in dit artikel.
Wel of geen bewijs van eigendom?
Omdat een paardenpaspoort geen eigendomsbewijs is, is bij een eventuele doorverkoop of verduistering de rechtmatige eigenaar van het paard niet altijd te traceren.
Met de komst van de registratie van een paard op het UBN-nummer van de locatie waar het gehouden wordt, zal het gemakkelijker zijn om paarden terug te vinden.
Wat te doen bij verlies van een paardenpaspoort?
Bij verlies van een paspoort kan een duplicaat opgevraagd worden bij de gemachtigde instantie. Een kopie wordt niet zomaar verstrekt. Hiervoor moet je een aanvraagformulier en een vragenlijst invullen en opsturen. Doorgaans moet een dierenarts een verklaring afleggen dat hij/zij de het paard heeft geïdentificeerd (door middel van het aflezen van de chip en/of het schetsen van het paard). Binnen enkele weken na het aanvragen van een duplicaatpaspoort wordt door de gemachtigde instantie besloten of het duplicaat daadwerkelijk wordt afgegeven. De gemachtigde instantie zal voor de tijd zonder paspoort een vervangende bijlage uitgeven. Dit document is 45 dagen geldig voor het legaal houden en vervoeren van een paard. Belangrijk om te weten: een paard met een duplicaat of vervangend paspoort mag niet meer geslacht worden voor menselijke consumptie.
Wie is bevoegd om in het paspoort te schrijven of te tekenen?
Het is niet toegelaten dat onbevoegde personen aantekeningen in het paspoort maken. Als in het paspoort geschreven of getekend is door anderen dan bevoegde personen, is het paspoort ongeldig. Dierenartsen en paardenpaspoortconsulenten ofwel “chippers”, die aangemerkt zijn door de gemachtigde instanties, zijn bevoegd om wijzigingen aan te brengen, zoals de schets in te tekenen en het paard te beschrijven. Alleen dierenartsen zijn bevoegd behandelingen met diergeneesmiddelen en vaccinaties in het paspoort te noteren.
Opmerking: Voor een paard dat uitkomt op FEI-wedstrijden voldoet alleen de schets door een FEI-paspoortconsulent of een paardenarts die bevoegd is om een FEI-paspoort voor het KNHS in te tekenen. De FEI-reglementen gelden echter niet boven op de vigerende Nederlandse regelgeving.
Aanvraag van een nieuw paspoort of uitbreiding van het paspoort
Ook als een nieuw paspoort nodig is, vanwege bijvoorbeeld incorrecte administratie, verlies of onvolledigheid in de identificatie, moet dit aangevraagd worden bij de gemachtigde instantie. De dierenarts moet hiervoor de identificatie controleren en het aanvraagformulier geheel invullen. Sinds 1 januari 2016 moeten nieuwe paspoorten ook voorzien zijn van een adequate schets of foto’s van het paard. Paarden (ouder dan 9 maanden oud) die een nieuw paspoort krijgen, worden uitgesloten voor de slacht voor de menselijke consumptie, hetgeen in het nieuwe paspoort aangetekend zal zijn door de gemachtigde instantie.
Als er onvoldoende ruimte in het paspoort is om vaccinaties of medicatie correct te registreren, kan het paspoort door de gemachtigde instantie voorzien worden van extra losse pagina’s. Bij paarden die op FEI-wedstrijden uitkomen wordt in dit geval vaak een nieuw paspoort uitgegeven, omdat de FEI geen losse inlegvellen accepteert. De registratie van de vaccinaties mag ook in de FEI-recognition card genoteerd worden.
Paarden die aan internationale wedstrijden gaan meedoen moeten een FEI paspoort en/of FEI recognition card hebben. Dit is een Europees paardenpaspoort, dat bestaat uit een aanpassing van het eigen paspoort om te voldoen aan de eisen voor buitenlandse FEI wedstrijden. De (tijdelijk geldige) aanpassingen betreffen de toevoeging van enkele wedstrijd-gerelateerde pagina’s, een FEI omslag en een ingetekende schets en omschrijving van de kleur en aftekeningen, door een dierenarts die ingeschreven is als FEI-paspoortconsulent.
Bij overlijden van het paard
Als je paard komt te overlijden moet je het paspoort terugsturen naar de gemachtigde instantie. Als je het paspoort graag wilt houden, kan de gemachtigde instantie het ongeldig gemaakte paspoort weer naar je retourneren.
Als je paard geen geldig paspoort heeft
Als je paard geen geldig paspoort heeft, ben je in overtreding en riskeer je een boete. Je mag niet deelnemen aan wedstrijden en keuringen. Het paard mag niet vervoerd worden en mag nooit meer geslacht worden. Het beste kun je zo snel mogelijk een nieuw paspoort aanvragen.
Diergeneesmiddelen voor paarden en voedselveiligheid
Het paardenpaspoort is zoals eerder genoemd onder andere bedoeld om de voedselveiligheid te beschermen. Paarden worden door de Europese wetgeving aangemerkt als voedselproducerende dieren. Dit betekent dat paarden mogelijk ooit geslacht kunnen worden en zo in voedsel voor mensen terecht kunnen komen. Het is ongewenst en ongezond als mensen geneesmiddelen via het voedsel binnen kunnen krijgen.
Zolang het paard niet via het paspoort of de digitale databank is uitgesloten van de slacht voor menselijke consumptie, zijn eigenaar/exploitant en dierenarts gezamenlijk verantwoordelijk voor voedselveiligheid en moeten zij voorkomen dat dieren die nog medicijnen in hun lichaam hebben in de voedselketen terecht komen.
Wachttijd voor de slacht
De overheid heeft verplicht gesteld dat de toediening van diergeneesmiddelen grondig getest moet zijn. Als (dier)geneesmiddelen geproduceerd worden voor één van de voedselproducerende dieren zoals schapen, runderen, kippen of paarden, dan maakt een bepaling van de tijd die het duurt voor het medicijn het lichaam verlaten heeft, de zogenaamde “wachttijd”, ook deel uit van het onderzoek.
Er zijn relatief weinig producenten van diergeneesmiddelen die het financieel aantrekkelijk vinden om medicijnen specifiek voor paarden te ontwikkelen of een toelating aan te vragen. Hierdoor zijn er voor paarden maar weinig diergeneesmiddelen geregistreerd.
De Cascade, een verplicht keuzeprotocol bij gebruik van diergeneesmiddelen bij paarden
Gelukkig heeft de wetgever het de dierenarts wel mogelijk gemaakt om onder bepaalde voorwaarden, na zorgvuldige onderbouwing en via het volgen van een verplicht keuzeprotocol (de zogenaamde cascaderegeling), gebruik te maken van de middelen die benodigd zijn voor het welzijn van paarden. Met toepassing van deze cascade kan de dierenarts gebruik maken van diergeneesmiddelen die geregistreerd zijn voor andere aandoeningen bij paarden, dan die waar de dierenarts ze op dat moment voor wil voorschrijven. Ook kunnen via de cascade middelen die voor andere diersoorten zijn geregistreerd, in het buitenland geregistreerde middelen, of zelfs humane geneesmiddelen voorgeschreven worden.
Lees meer over cascade diergeneesmiddelen (website RVO)
Een dierenarts mag overigens alleen diergeneesmiddelen voorschrijven of toedienen als er een klinische diagnose is gesteld of de dierenarts op een andere behoorlijke manier de gezondheidstoestand heeft beoordeeld. Alvorens een geneesmiddel wordt toegediend moet hij/zij onder andere controleren of in het paspoort en op de digitale databank is aangegeven of het paard wel of niet bestemd is voor de slacht voor menselijke consumptie.
Als paarden die nog niet uitgesloten zijn voor de menselijke consumptie geneesmiddelen toegediend krijgen met een wachttijd van 6 maanden, of geneesmiddelen waardoor het niet meer geslacht mag worden, moet dit door de dierenarts in het paardenpaspoort genoteerd worden.
Verplichtingen rond diergeneesmiddelengebruik
Voor wie gelden verplichtingen?
Ben je houder van een paard dat bestemd is voor menselijke consumptie? Dan gelden deze regels:
- Je houdt een registratie bij van de diergeneesmiddelen die je aan je paard toedient.
- Je bewaart de kopieën van het diergeneeskundig voorschrift van de dierenarts (visitebrief en logboekformulier).
- Je bewaart alle gegevens minstens 5 jaar.
Bij het gebruik van diergeneesmiddelen met een wachttijd van 6 maanden tekent de dierenarts dit aan in het paardenpaspoort.
Houders van paarden die niet meer voor de humane consumptie zijn bestemd hoeven geen administratie van het diergeneesmiddelengebruik bij te houden.
Tot slot
De informatie in dit artikel is met de grootst mogelijke zorg gerealiseerd met de KNMvD (Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde) en samengesteld en gebaseerd op de informatie van de Rijksoverheid.nl, de RVO, de NVWA, het postacademisch onderwijs voor paardendierenartsen, als ook KNHS en FEI. Aan dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend.
Tot slot willen we benadrukken dat de regels niet door ons zijn vastgesteld en de overheid voor specifieke situaties of meer informatie de aangewezen organisatie is.