Maagzweren komen niet alleen bij mensen voor, maar ook bij paarden. En vaker dan de meeste mensen denken. Recente studies hebben uitgewezen dat ongeveer de helft (!!) van alle paarden maagzweren heeft. Bij renpaarden is het aantal nog veel hoger; ongeveer 90% van de renpaarden heeft maagzweren! Verminderde eetlust, gewichtsverlies, verminderde prestaties, een slechte vacht, tandenknarsen, gapen en lichte koliekverschijnselen kunnen duiden op de aanwezigheid van maagzweren bij het paard.
De anatomie van de paardenmaag
Om te begrijpen wat maagzweren zijn en hoe ze ontstaan, is het belangrijk om iets te weten over de anatomie van de paardenmaag en de processen die zich er afspelen.
De paardenmaag is anders
In vergelijking met andere dieren hebben paarden een kleine maaginhoud. Dat komt omdat de functie van de maag bij een paard anders is. Bij het paard dient de maag als een soort doorgeefluik naar de darmen. Dat doorgeefluik is constant in gebruik. Bij veel andere dieren, zoals bij koeien, heeft de maag ook een bepaalde opslagcapaciteit. Bij paarden is dat dus niet het geval. Gezien de omstandigheden waarin het paard in de vrije natuur leeft, is dat prima. Het paard eet dan immers het overgrote deel van de dag constant kleine beetjes. Het gaat mis wanneer wij de natuurlijke voedingsopname van het paard niet goed genoeg nabootsen. Veel van onze paarden krijgen slechts een paar keer per dag een grote portie eten te verwerken. Buiten die paar keer heeft de maag geen werk te doen. En dat kan verschillende problemen veroorzaken, waaronder maagzweren.
Maagzuur
Maagzuur helpt bij de vertering door voedsel in kleine stukjes af te breken. Het creëert een goede omgeving voor de verteringsenzymen in de maag omdat deze enzymen het beste werken in een zure omgeving. Daarnaast zorgt maagzuur ervoor dat bacteriën en andere micro-organismen, die met het voeding mee de maag in komen, niet kunnen overleven. Zo voorkomt maagzuur dat deze micro-organismen een infectie kunnen veroorzaken. Mensen produceren maagzuur op het moment dat ze eten. Het paard produceert echter 24 uur per dag maagzuur, ongeacht de eetfrequentie, de tijdstippen waarop en de hoeveelheden die het paard eet. Als een paard niet eet, komt er te veel maagzuur in de maag, waardoor de maagwand geïrriteerd kan raken. Maagzuur is namelijk uiterst krachtig en kan de maagwand beschadigen als deze niet door een gezonde slijmlaag beschermd zou worden.
Slijmvlies
Het slijmvlies van de maag is verdeeld in twee delen. Het bovenste deel is klierarm (het squameuze deel) en het onderste deel is klierrijk (het glandulaire deel). De overgangszone tussen het squameuze en het glandulaire deel noemen we de margo plicatus. De kliercellen in het klierrijke deel produceren onder andere het maagzuur en worden door een slijmlaag tegen het zuur beschermd. Het klierarme deel is slechts bekleed met een dun laagje gladde cellen en heeft dus weinig bescherming tegen het maagzuur. Hier zien we dan ook de meeste maagzweren.
Speeksel
Speeksel en voedsel werken als een buffer tegen het maagzuur. Voedsel absorbeert en neutraliseert het maagzuur en speeksel bevat veel natriumbicarbonaat (een stof die ook in maagtabletten voor de mens zit), dat ook helpt het maagzuur te neutraliseren. De aanmaak van speeksel wordt gestimuleerd terwijl het paard kauwt, voornamelijk op voedingsmiddelen die veel ruwe celstof bevatten zoals hooi, lucerne, stro en kuil. Paarden in de natuur produceren wel 40-60 liter speeksel per dag doordat ze bijna de hele dag aan het kauwen zijn. Het zo goed mogelijk nabootsen van de natuurlijke voedselopname zal bij onze gedomesticeerde paarden dan ook veel problemen voorkomen.
Wat zijn maagzweren?
De paardenmaag is een gevoelig orgaan. Zoals hierboven uitgelegd, kan het maagslijmvlies beschadigd raken als de maagzuurhuishouding uit evenwicht wordt gebracht. Er ontstaat dan een wond, die maagzweer genoemd wordt. Door de inwerking van maagzuur geneest deze wond slecht en kan zelfs groter en dieper worden. Een maagzweer is dus een beschadiging van de maagwand. Een maagzweer kan veel pijn veroorzaken en kan ook de oorzaak zijn van chronisch bloedverlies. De ernst is afhankelijk van de hoeveelheid beschadigingen en van de grootte en diepte ervan.
Oorzaken
Sommige factoren kunnen het risico op een maagzweer bij paarden vergroten:
- Voedselopname
Paarden zijn graasdieren die de hele dag door eten. Zodoende is de maag zelden leeg en heeft het maagzuur weinig tot geen kans schadelijk te zijn. Onregelmatige voedselopname, slechts enkele grote porties per dag, weinig grazen, vasten of een vermindering van de ruwvoer-opname kan in enkele uren tot een paar dagen leiden tot een maagzweer. - Voeding
Ruwvoer zoals hooi, kuilvoer, lucerne en gras zorgen ervoor dat het paard meer kauwt en dus meer speeksel produceert. Speeksel neutraliseert het maagzuur. Als het paard weinig ruwvoer tot zijn beschikking heeft, zal het dan ook veel minder speeksel produceren dan goed is. De kans op het ontwikkelen van maagzweren wordt daardoor vergroot. - Training
Paarden die moeten presteren (bijvoorbeeld renpaarden) eten vaak tijdens de training enkele uren niet. Daardoor wordt het maagzuur niet gebufferd door het speeksel en voedsel waardoor het schade aan het maagslijmvlies kan veroorzaken. Tijdens de training is er vaak een toegenomen druk in de buik. Hierdoor wordt het maagzuur omhoog geduwd en kan het het klierarme deel makkelijker beschadigen. - Stress
Stress verlaagt de bloedtoevoer naar de maag waardoor de maagwand minder gevoed wordt en gevoeliger wordt voor het maagzuur. Ziekte, kreupelheid of pijn, een vreemde omgeving, lange tijden op stal staan, operaties en transporten leveren stress op voor een paard en vergroten dus de kans op maagzweren. - Medicijnen
Maagzweren kunnen ook ontstaan nadat bepaalde medicijnen (o.a. ontstekingsremmers en pijnstillers), langdurig of in te hoge doseringen worden gegeven.
Symptomen
In de tijd dat er nog geen ‘endoscoop’ (slang met camera) was om in de paardenmaag te kijken, werd de aanwezigheid van maagzweren onderschat. De meeste paarden met maagzweren vertonen immers nauwelijks of geen verschijnselen. Daarnaast zijn de symptomen vaak zeer uiteenlopend en kunnen ze ook op andere problemen duiden.
Symptomen kunnen zijn:
- verminderde eetlust en vermagering
- doffe vacht
- verminderde prestaties
- gapen
- lichte koliekverschijnselen
- tandenknarsen
- diarree.
Het is dus heel lastig om zonder maagscopie te bepalen of een paard maagzweren heeft. En tegen de tijd dat de symptomen duidelijk aanwezig zijn, zijn de maagzweren vaak al in een verder gevorderd stadium waardoor het moeilijker wordt om ze te behandelen. Neem dus het zekere voor het onzekere als je (één) van bovenstaande symptomen signaleert bij je paard en neem contact op met de dierenarts. Hij of zij kan bepalen of het verstandig is een maagscopie te laten doen.
Diagnose | Maagscopie
Een definitieve diagnose kan dus alleen gesteld worden door een maagscopie te laten doen. Hierbij brengt de dierenarts een ‘bestuurbare’ slang met camera (endoscoop) via de neus in de maag zodat de slokdarm, de binnenkant van de maag en het eerste deel van de dunne darm kunnen worden geïnspecteerd. Het aantal maagzweren en de ernst ervan kunnen op deze manier bekeken worden.
Hoe gaat een maagscopie in zijn werk?
Om een maagscopie te kunnen uitvoeren moet het paard een lege maag hebben, anders is het niet mogelijk om de maagwand te bekijken. Daarom moet het paard voor het onderzoek vasten; 18 uur geen voedsel en 6 uur geen water. Op basis van alleen vage symptomen en zonder verder onderzoek kan geen definitieve diagnose gesteld worden. Wel kan het vermoeden ontstaan dat het paard een maagzweer heeft. Soms kiezen paardenartsen ervoor hun behandeling te starten op basis van deze vermoedens. De symptomen van een paard met maagzweren zullen bij een behandeling met medicijnen binnen drie a vier dagen zichtbaar moeten verbeteren.
Video van een maagscopie bij een paard
De onderstaande video begint met de opname van de bewegende maaguitgang richting de dunne darm. Daarna gaan we door de maagsappen heen met de scoop. Op de overgang in de maag zie je enkele kleinere maagzweren. Daarna zie je de binnenkant van de slokdarm. De video eindigt met een overzicht van de keel.
Behandeling
De behandeling van een paard met maagzweren bestaat uit het toedienen van medicijnen, aanpassing van de voeding en stressmanagement. Er zijn verschillende soorten medicijnen:
- Het belangrijkste en beste medicijn is omeprazole. Dit zorgt er voor dat de productie van maagzuur geremd wordt waardoor de maag minder zuur wordt. Dit middel wordt één keer per dag in de mond gegeven.
- Sucralfaat vormt een laagje over de maagzweer heen waardoor deze tegen het zuur beschermd wordt. Dit middel werkt vooral in het glandulaire (klierrijke) deel van de maag.
- Voedingssupplementen (bijvoorbeeld pectine-lecithine complex) die het maagslijmvlies beschermen, kunnen gebruikt worden als aanvulling op de behandeling met medicijnen.
Tijdens een behandeling met medicijnen treedt vaak binnen drie tot tien dagen al verbetering van de klachten op. Dat betekent echter nog niet dat de maagzweer helemaal genezen is. Hiervoor geldt meestal een behandeling van een maand of langer, zeker wanneer het paarden betreft die volop in training blijven. De effectiviteit van de ingestelde behandeling wordt geëvalueerd op basis van een controle maagscopie. De dierenarts kan dan inschatten wanneer de tijd rijp is om de behandeling stop te zetten. Bij sommige paarden (vooral paarden die gestrest zijn) is het noodzakelijk om de medicatie gedurende langere tijd in lagere dosering toe te dienen.
Preventie | Hoe voorkom je maagzweren bij je paard?
Naast het toedienen van medicijnen is het natuurlijk erg belangrijk de leefomstandigheden en de voeding van het paard te veranderen om herhaling te voorkomen.
-
- Zorg dat het paard een ruime hoeveelheid ruwvoer te eten heeft, het liefst de hele dag door (weidegang is ideaal), maar in ieder geval minimaal drie porties per dag. Doordat paarden flink moeten kauwen op hooi, gras, stro en kuilvoer wordt de speekselproduktie gestimuleerd waardoor het maagzuur beter geneutraliseerd wordt. Wordt je paard snel dik, gebruik dan een slow feeder (een bak of hooinet met kleine openingen) zodat hij langer bezig is met zijn porties ruwvoer.
- Geef meerdere keren per dag kleine hoeveelheden krachtvoer (vier of vijf keer per dag is echt niet te gek). Het beste is zo weinig mogelijk krachtvoer te voeren, in ieder geval per keer niet meer dan 2 kg. Er is speciaal krachtvoer op de markt met extra vetten en een beperkte hoeveelheid zetmeel en suikers voor paarden met maagzweren.
- Zorg dat je paard de hele dag toegang heeft tot water, ook in de paddock. Geen water kunnen drinken gedurende de dag verhoogt de kans op maagzweren.
- Zorg dat het paard tijdens langdurige transporten voldoende ruwvoer kan eten.
- Laat een paard maximaal een paar uur zonder eten. In een lege maag kunnen namelijk erg snel zweren ontstaan. Ook tijdens een langdurige training of buitenrit is het belangrijk dat het paard niet te lang zonder eten blijft.
- Stressmanagement; zorg voor zo min mogelijk stress voor het paard.
- Aangepaste arbeid; het is verstandig om de hoeveelheid arbeid en de moeilijkheidsgraad ervan terug te schroeven op het moment dat je paard maagzweren heeft. Dit kan namelijk een grote stressfactor zijn.
Foto’s door Iris van Gulik
Tekst in samenwerking met Dinette Neuteboom.