Net als mensen hebben paarden zuurstof nodig om goed te kunnen functioneren.
Bij gezonde paarden zijn de luchtwegen relatief efficiënt te vergelijken met andere diersoorten of met mensen. Afwijkingen aan de luchtwegen van je paard kunnen lichte (vermindering van de prestatie) tot ernstige consequenties (bijv. benauwdheid bij paardenastma) hebben.
Hiernaast hebben de meeste infectieuze en dus besmettelijke ziektes van het paard betrekking op de luchtwegen. Dit artikel geeft een overzicht van de specifieke functie van de luchtwegen en van de veel voorkomende afwijkingen en aandoeningen (zoals paardenastma) bij paarden.
Anatomie en functie
De luchtwegen van het paard kunnen onderverdeeld worden in:
- De voorste luchtwegen (neusgangen, keel, luchtzakken en luchtpijp)
- De diepe luchtwegen (bronchiën, bronchiolen en longblaasjes in de longen)
Via de neusgaten wordt zuurstofhoudende buitenlucht ingeademd. Deze lucht komt via de neusholte, keel en luchtpijp in de longen terecht. Je zou de vorm van de luchtwegen kunnen vergelijken met een omgekeerde boom. De stam van de boom stelt de luchtpijp voor. Deze is hol en heeft een versteviging van kraakbeenringen. De bronchiën vertakken zich als het ware naar kleinere holle buisjes van kraakbeen, dit zijn de kleine bronchiën. Aan het einde van de bronchiën bevinden zich nog kleinere buisjes, deze hebben geen kraakbeen meer en worden door spieren opengehouden, dit zijn de bronchiolen. De bronchiolen monden uiteindelijk uit in longblaasjes (ook alveoli genoemd). In de longblaasjes vindt er gaswisseling plaats; zuurstof gaat het lichaam in en koolstofdioxide verlaat het lichaam.
Longweefsel is van nature elastisch. Door het oprekken van de elastische bestanddelen tijdens de inademing (longen worden groter omdat ze worden volgezogen met lucht, dit wordt gedaan door de ademhalingsspieren en het middenrif) kan de uitademing vrijwel zonder enige inspanning plaatsvinden (als het ware een ballon die leegloopt).
De luchtwegen van het paard zijn voorzien van trilhaarcellen en slijmproducerende kliercellen. Deze houden de longen doorgaans goed schoon. Het slijm neemt het binnengekomen stof en/of de ziekteverwekkers op en de trilharen werken deze weer naar buiten.
Symptomen bij afwijkingen
Aandoeningen aan de voorste luchtwegen hebben andere oorzaken dan die van de diepe luchtwegen. We zullen deze daarom hieronder apart van elkaar bespreken. In beide gevallen komt het erop neer dat zuurstof in veel minder mate in de luchtblaasjes terecht kan komen. In sommige gevallen is dit zelfs levensbedreigend.
Luchtwegaandoeningen kunnen een of meerdere van de volgende symptomen vertonen:
- Hoest
- Neusuitvloeiing
- Benauwdheid
- Adembijgeluiden
- Koorts
- Slechte prestaties
Geen van deze symptomen is normaal (of acceptabel); ook hoesten gedurende een paar dagen niet. Sommige eigenaren aarzelen – onterecht – om de dierenarts te raadplegen voor een onschuldig ‘kuchje’. Vooral in het najaar en de winter zijn er veel meldingen bij de dierenarts van hoestende of benauwde paarden. Een gezond paard hoest niet en heeft geen snotterige neus (behalve wat waterig vocht). Wanneer een paard hoest komt dat door prikkeling van de hoestzenuwen; deze bevinden zich in de keel, luchtpijp en longvliezen maar niet in het diepere longweefsel.
Geen enkel paard hoort te hoesten!
Infectieuze ziektes
Een veelvoorkomend probleem bij onze paarden is het besmet raken met een respiratoire verwekker: een bacterie of een virus. De meest bekende (en voorkomende) ziekteverwekkers zijn:
- Droes
- Influenza (ook wel griep of paardengriep)
- Rhinopneumonie
Paardengriep wordt veroorzaakt door het influenzavirus, rhinopneumonie door het equine herpesvirus (EHV, type 1 of 4) en droes door de droesbacterie (Streptococcus equi equi).
Een algemene regel voor deze drie ziektes is dat ze zeer besmettelijk zijn binnen onze paardenpopulaties. Ze zijn zelden dodelijk (in hun verkoudheidsvariant) maar kunnen de paarden snel en hard raken. Algemene hygiënemaatregelen bij invoer van een nieuw paard in een kudde laten het toe om het risico op besmetting fors te verminderen. Gelukkig bestaat er voor alle drie de mogelijkheid om de paarden te beschermen d.m.v. vaccinatie. Vaccinatie kan helaas geen 100% bescherming geven, maar heeft wel voordelen. Door de paarden te vaccineren raken ze minder ziek en zullen ze de ziekteverwekker minder snel en minder ernstig verspreiden. Vaccinatie van de hele groep is sterk aangeraden (voor het creëren van groepsimmuniteit).
Deze 3 ziektes zijn verder uitgelicht in de volgende artikelen. Raadpleeg je dierenarts bij verdenking of advies rondom infectieuze ziektes bij je paard.
Structurele afwijkingen
Een andere categorie van aandoeningen bevat alle afwijkingen van de voorste luchtwegen welke niet veroorzaakt zijn door een virus of bacterie. In deze categorie vinden we alle structurele afwijkingen, met name van de keel.
Acute luchtwegontsteking: infecties
Wanneer een ziekteverwekker (in eerste instantie vaak een virus) voor ontsteking van de luchtwegen zorgt, spreekt men van een luchtweginfectie. De problemen ten gevolge van zo’n infectie kunnen snel ontstaan, afhankelijk van de uitgebreidheid van de aandoening kan een paard (erg) benauwd worden.
De verschijnselen van een acute luchtweginfectie zijn:
- Sloom en lusteloos
- Koorts tot hoge koorts
- Hoesten/neusuitvloeiing
- Benauwdheid
Een infectie veroorzaakt gemakkelijk een beschadiging van de trilhaarcellen in de luchtwegen. Hierdoor wordt er minder slijm afgevoerd dan noodzakelijk is. Het slijm en vuil dat achterblijft in de longen vormt niet alleen irritatie en hoest, maar is een prima leefomgeving voor bacteriën. De kans dat zo’n bacterie voor een secondaire infectie zorgt, wordt groter naarmate het paard langer kampt met een ontsteking van de luchtwegen. Daarnaast verkeert de afweer van de luchtwegen in een verhoogde stand van paraatheid; het is mogelijk dat deze gaat reageren op anderszins normale (stof)deeltjes. Je paard kan dan een chronische ontsteking ontwikkelen. Raadpleeg dus tijdig je dierenarts.
Chronische luchtwegontsteking: paardenastma
Bij overgevoeligheid voor normaliter ongevaarlijk stof wordt er gesproken over paardenastma, voorheen stofallergie, RAO, COPD of ook wel dampigheid genoemd. Stof bevat vaak schimmels, schimmelsporen en endotoxines die een reactie van de luchtwegen kunnen veroorzaken met als gevolg een ontsteking in de bronchiën, hogere slijmproductie en vernauwing van de luchtwegen (bronchoconstrictie). Dit taaie slijm kan vaak moeilijk worden opgehoest en blijft in de longen. Bronchoconstrictie gebeurt bij het samentrekken van de spiervezels die normaalgesproken de longbuisjes (kleine bronchiën en bronchiolen) openhouden. Het spreekt voor zich dat het samentrekken van deze spiertjes ervoor zorgt dat de diameter van de longbuisjes afneemt. Dit zorgt samen met de ophoping van slijm dat je paard benauwd wordt. Vaak zie je benauwdheid als een geforceerde in- en uitademing.
Hierbij kan er sprake zijn van:
- een duidelijke buikbeweging
- wijde neusvleugels met eventuele neusuitvloeiing
- bijgeluiden/hoesten
- en in sommige gevallen zelfs het heen en weer bewegen van de anus
Wanneer een paard chronische luchtwegproblemen heeft, kan dit leiden tot ernstige problemen zoals beschadiging van de longblaasjes en de aanmaak van stug (litteken) longweefsel. Het is dus van groot belang dat er bij luchtwegproblemen in een vroeg stadium een dierenarts wordt geraadpleegd!
Longbloedingen
Door een afwijking in de bloeddruk langs de longblaasjes (alveoli), kan het voorkomen dat deze longblaasjes openbarsten en waarbij er bloed vrijkomt. Hoe meer kapotte longblaasjes en hoe groter de bloeddruk (bijvoorbeeld tijdens inspanning), hoe meer bloed er vrijkomt in de longen. Mogelijk komt dit bloed ook tot aan de neus van het paard (zie afbeelding 9).
Er is helaas geen behandeling mogelijk om het paard (sneller) te helpen herstellen van een longbloeding, maar het is wel belangrijk om deze vast te stellen om eventuele aanpassingen te voeren in het management van het paard. Ook kleine ontstekingen in de luchtwegen moeten onderzocht en behandeld worden. In sommige gevallen en voor sommige disciplines op hoog niveau kan een longbloeding een hinder zijn voor de prestaties, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn.
Wees er snel bij en raadpleeg eerst de dierenarts
Er staat op het internet veel geschreven over luchtwegen bij paarden. Daarnaast zijn er veel ‘zogenaamde’ zelfzorgmiddelen te vinden. Het is zeker niet aan te raden om eerst zelf aan de slag te gaan met deze middelen. Het is belangrijk om zo snel mogelijk de oorzaak te achterhalen met behulp van je dierenarts. Hierdoor vermindert de kans op complicaties. Nadien kan de dierenarts eventueel bepaalde ondersteunende producten adviseren.
Tips ter preventie
Naast het advies en/of de behandeling van de dierenarts kun je als paardenhouder zelf ook ondersteunen bij preventie of herstel van longproblemen bij je paard. Zo kun je bijvoorbeeld zorgen dat de prikkels (zoals stof) voor je paard zoveel mogelijk worden verminderd; dit kan als volgt:
- Veel weidegang om stoffige stal-uren te verminderen
- Zorg voor een goede ventilatie en voorkom tocht
- Minder stoffige stalbodem (stro) door over te gaan op vlas of houtsnippers. Strooi deze niet als het paard binnen is; laat het paard het liefst pas 2 uur na het strooien in de stal.
- Schone stal zonder scherpe ammoniaklucht
- Bij het schoonmaken van de stal: niet vegen als het paard binnen is en/of sproei de stal eerst met water alvorens te gaan vegen. En gebruik geen bladblazer om de gang schoon te maken
- Hooi vooraf bevochtigen (of idealiter stomen) zodat het minder stoffig is.
Ook kan het helpen om de rijbaan te sproeien voor het rijden.