Zo staat je merrie nog lekker rustig te eten; en het volgende moment dat je kijkt loopt ze onrustig rondjes in de stal en schraapt ze met haar voorbenen. Koliek! En als er, zoals in dit geval, sprake is van een merrie die 10 maanden drachtig is, is het zaak direct de dierenarts te bellen. Heeft het paard buikpijn als gevolg van het veulen, gaat er iets verkeerd met de dracht, of komt de pijn door darmproblemen? Uitgebreid onderzoek van de merrie wijst uit dat het veulen prima in orde is. Wel zijn er vrij veel darmgeluiden bij de merrie te horen, wat kan duiden op wat problemen in de dikke darm. De mest is ook niet helemaal normaal, het is te nat en ongevormd en er komt veel gas mee.
Beoordeel het geheel
Om te voorkomen dat je snelle conclusies trekt zonder een goed beeld van het geheel te hebben, is het goed om het rantsoen eens helemaal onder de loep te nemen.
Een hoog drachtige merrie heeft meer voedingstoffen nodig. Aan de andere kant kan het veulen veel ruimte in de buik innemen wat drukt op het volume wat de darm zou kunnen aannemen. Oftewel, de ruwvoer opname kan soms wat minder zijn, zeker als het voer er wat langer over doet om helemaal goed te verteren.
De merrie is 10 maanden drachtig en heeft (natuurlijk) een vrij dikke buik. Toch is de Body Condition Score (BCS) aan de lage kant. De ribben zijn bijna zichtbaar en de merrie heeft niet veel vetreserves. Dit was bij de eigenaar ook al opgevallen. En het voer was dan ook de laatste weken wat verhoogd.
Rantsoen- en ruwvoeranalyse
De merrie krijgt ongeveer 10 kg voordroog dat licht vochtig aanvoelt en redelijk zacht is. Hiervan is te verwachten dat het aardig wat energie en eiwit levert dus dit is op zich geschikt voor een drachtige merrie. Verder krijgt de merrie merriebrok. De hoeveelheid is vanwege de lage BCS recent verhoogd van 2 naar 3 kg per dag in twee porties.
Uit de analyse van het ruwvoer blijkt dat de eiwitwaarde veel lager is dan je van een gemiddelde kwaliteit mag verwachten. Daarnaast is het suikergehalte hoog. Dit verklaart wel waarom de merrie mager is geworden. Want met “normale” energie- en eiwitgehalten van het ruwvoer was de opname net aan voldoende geweest.
De eigenaar heeft echter de analyse van het ruwvoer niet goed begrepen en gedacht dat het wel in orde was.
Door het bijvoeren met de extra merriebrok krijgt de merrie meer energie en eiwit, maar in dit geval ook meer zetmeel & suikers (Z&S) binnen. De gehalten in merriebrok verschillen per fabrikant, maar in dit geval was het Z&S vrij hoog (44%).
Oorzaak koliek: fermentatiestoornis door verkeerde voeding
Al met al heeft de darmflora een zacht en snel fermenteerbaar ruwvoer met hoog suikergehalte te verwerken gekregen. Door het zetmeelrijke krachtvoer te verhogen kan de verteerbaarheid van het zetmeel in de dunne darm tegenvallen en stroomt onverteerd zetmeel naar de darmflora in de dikke darm. En zo is er een voedingsbodem voor een fermentatiestoornis ontstaan. Waardoor het voer minder goed verteert en er meer gasvorming plaatsvindt. Dit leidt tot afwijkende mest en koliek.
Gebruik de ruwvoeranalyse
Het maken van een ruwvoeranalyse is echt aan te raden om zeker te weten wat de gehalten van met name energie, eiwit en suiker zijn. Dit helpt om passend rantsoen te maken. Want ook al zijn de waarden niet conform de eisen van het paard, dan is er wel een mouw aan te passen met andere voedermiddelen. Dus let goed op het resultaat van de analyse en gebruik het voor de rantsoensamenstelling.
Aanpassing rantsoen
In dit geval was het nodig een eiwitrijke toevoeging te doen. Merriebrok kan daarvoor gebruikt worden. Maar merriebrok kan ook een hoog zetmeel- en suikergehalte bevatten (check dit!). Dit is in potentie een risico als de hoeveelheid die je voert toeneemt. Met bijvoorbeeld luzerne kan ook extra eiwit gevoerd worden in een ruwvoervorm. En natuurlijk kan je op zoek gaan naar eiwitrijke krachtvoeders met lage gehalten aan zetmeel en suiker. Tal van combinaties zijn mogelijk. Omdat dit wel een aardige puzzeltocht is, kan het handig zijn dit samen te doen met een voedingsadviseur.
Waar je in geval van een hoog drachtige merrie aan moet denken is de periode na het veulenen en het rantsoen wat je dan wil gaan geven. Voorkom te grote abrupte veranderingen, maar zorg wel voor een rantsoen dat de melkproductie niet belemmert. Ook daar is bij uitstek een energie en vooral eiwitrijke voeding voor nodig. Dit is op stal, zolang er geen weidegang is, een hele uitdaging.
Voorkom fouten, voer je merrie gezond en geef het veulen een goede start.
Verder lezen
Lees hier meer over de voeding van de drachtige merrie!