Meestal gebeurt het niet zomaar, en toch heb je ineens in de gaten dat je paard te dik is. Heel geleidelijk aan is het vetlaagje toegenomen en heeft je paard steeds rondere vormen gekregen. Ronde vormen vinden we vaak mooi, bespiering kan tenslotte ook voor rondere vormen zorgen, maar als je wat kritischer op verschillende locaties de vetbedekking voelt, moet je toch bekennen dat het vetlaagje onder de huid stiekem wel een paar centimeter dik is geworden. Ai, wat nu?!
Einde zomer / begin herfst is het moment dat de meeste paarden weer meer op stal staan en je meer controle hebt over de voeropname dan als ze in de wei staan. Dit is dan ook het ideale moment om een vermageringsdieet voor je paard op te starten.
In dit artikel lees je meer over over het vermageringsdieet voor paarden.
LEESTIPS
Dit betreft een meer verdiepend artikel, waarbij voorkennis van andere artikelen handig kan zijn. Lees bijvoorbeeld eerst (een van) de volgende artikelen met daarin de basis voor het voeren van paarden:
– Voeding paard | Voerwijzer voor paarden, voer en vertering
– Keuzestress! Welk voer geef ik mijn paard?
– Weidegang voor je paard: lust of last
– Body condition score (BCS) | Weet jij of je paard wel of niet te dik is?
Natuurlijke situatie paarden in het wild vs gehouden paarden
In de natuurlijke situatie eten de paarden in de zomer heel veel, hun body condition score (BCS) neemt ook toe, om vetreserves op te bouwen voor de winterperiode. In de winter neemt de BCS af omdat er minder voedsel is. ‘Onze’ paarden krijgen echter het hele jaar door genoeg gevoerd. Als ze meer krijgen dan ze nodig hebben leggen ze vetreserves aan, maar die worden in de winter niet aangesproken. Gevolg: de BCS van paarden neemt toe (paarden worden te dik). Natuurlijk speelt ras, training en gebruiksdoel van het paard daarbij een rol. Als het paard nog veel op de wei staat (veel gras eet) is afvallen onbegonnen werk.
Risico’s overgewicht bij paarden
Aan de hand van de body condition score (BCS) kun je bepalen of je paard een gezond gewicht heeft. Body condition score (BCS ) | Weet jij of je paard wel of niet te dik is?
Doordat steeds meer paarden iets te dik zijn (BCS +1) is het algemene beeld van paarden veranderd. Veel mensen vinden een paard met een body condition score van +1 er gezond uitzien en beoordelen dat dus als een BCS van 0. Al is het paard inderdaad gezond, toch is het nooit zeker in hoeverre de mogelijke nadelige effecten van overgewicht al op de loer liggen. En de stap naar nog meer overgewicht is dan erg klein, want nog iets dikker lijkt bij een verkeerde inschatting dan nog maar BCS +1, terwijl het paard al een serieus risico loopt op een aandoening als hoefbevangenheid.
Overgewicht heeft verschillende nadelen, van slechtere prestaties tot insulineresistentie (IR) en hoefbevangenheid. Wanneer wat optreedt is niet precies bekend en dus lastig te voorspellen, maar het is belangrijk om je paard op een gezond gewicht te houden. Het vetpercentage bij een paard met BCS +1 is niet bij elk paard hetzelfde. Bij een vetpercentage van meer dan 20% spreekt men over obesitas. Bij pony’s met overgewicht en vergelijkbare BCS, kan de hoeveelheid lichaamsvet variëren van 13% tot 30,5% van het lichaamsgewicht. Ook heeft niet elk paard met BCS +2 insulineresistentie (IR).
Redenen om te kiezen voor een vermageringsdieet voor je paard
Het is helaas niet altijd duidelijk wat er zich precies afspeelt in de stofwisseling bij paarden met overgewicht. En met name wanneer. Wel weten we dat hoefbevangenheid het gevolg kan zijn. Ook is duidelijk dat overmatige vetophoping leidt tot een chronisch ontstekingsbeeld met insulineresistentie tot gevolg. Bij het ene paard gebeurt dit eerder dan bij het andere. Rasgevoeligheid speelt hierin ook een rol. Dit zijn goede redenen om je paard op een gezond gewicht te houden!
Wanneer is het belangrijk om te kiezen voor een vermageringsdieet voor je paard:
- Insulineresistentie is de grote boosdoener als het om hoefbevangenheid gaat. Het is mogelijk IR met bloedonderzoek te bepalen. Dat zou een criterium kunnen zijn om te besluiten het paard op een vermageringsdieet te zetten. Maar als de uitslag in eerste instantie negatief is kan het toch zo zijn dat er een paar maanden later wél sprake is van insulineresistentie.
- Een paard of pony met BCS+2 (obesitas) loopt een groot risico op hoefbevangenheid en moet sowieso op een vermageringsdieet gezet worden.
Vermageringsdieet voor paarden
Een paard op een vermageringsdieet zetten wil niet zeggen dat je abrupt veel minder eten geeft totdat het juiste lichaamsgewicht bereikt is. Dat is zelfs vragen om problemen. Juist omdat het paard vanwege het gedrag en maagdarmstelsel ‘gemaakt’ is om continu te eten, heeft het nogal wat voeten in de aarde om op een veilige en gezonde manier de energieopname te verminderen.
Wat kan er mis gaan?
Ook al wordt het wel eens geadviseerd, het plotseling verminderen van de energieopname kan een groot probleem veroorzaken in de stofwisseling, en moet dus te allen tijde vermeden worden. Als er opeens een negatieve energiebalans ontstaat, wat gebeurt als je de hoeveelheid eten drastisch vermindert, moet het paard ergens energie vandaan halen. Uit het vetweefsel dus. Helaas gebeurt het wel eens, met name bij Shetlandpony’s, dat dit ontaard in een verstoring die leidt tot ‘vet in het bloed’ (hyperlipemie). Er wordt dan massaal vet vrijgemaakt, dat in de bloedbaan terecht komt. De lever vangt dit allemaal op, maar kan de aanvoer van vetzuren niet aan en het paard krijgt leververvetting. Deze situatie mag niet te lang duren, anders gaat de pony dood. Vandaar dat de verandering naar minder eten heel geleidelijk moet gebeuren en nooit van de ene op de andere dag.
Andere problemen die kunnen ontstaan door een verkeerd vermageringsdieet zijn koliek, maagzweren en stalondeugden, zeker als het rantsoen te weinig ruwvoer bevat. De ruwvoer voorziening moet weliswaar worden beperkt, maar er moet wel een minimale grens aangehouden worden. De darmbewegingen en de darmflora zijn immers sterk afhankelijk van de vezels uit het ruwvoer.
Daarnaast moet het paard op ruwvoer veel kauwen en is het speeksel dat daarbij vrij komt belangrijk voor het neutraliseren van het maagzuur in de maag om zo maagzweren voorkomen. Heeft het paard te weinig te doen dan kan dit luchtzuigen, kribbebijten, weven of ander afwijkend gedrag veroorzaken.
Alleen beperkt ruwvoer geven is dus niet het ideale vermageringsdieet!
De energie opname is dan wel laag, maar tegelijkertijd ontneem je het paard eiwitten, mineralen en vitaminen. Met als gevolg dat het paard spieren afbreekt om aan aminozuren (bouwstenen van eiwitten) te komen en de weerstand vermindert door een tekort aan voedingsstoffen. Dit is een ongewenste situatie. In de volgende alinea’s zal ik verder in gaan op deze onderwerpen.
Gezond vermageren
Energiebalans: voor een ideale BCS is de energie opname gelijk aan de energiebehoefte. Neem je meer energie op dan dat je verbruikt, dan wordt deze energie opgeslagen in het vetweefsel. We spreken van een positieve energiebalans. Minder energie opnemen en veel energie verbruiken leidt tot een zogenoemde negatieve energiebalans. Energie moet nu uit de (vet)reserves gehaald worden. Het bereiken en (tijdelijk) behouden van een (gecontroleerde) negatieve energiebalans is noodzakelijk als er teveel vetreserves zijn. Uiteraard mag het energietekort niet al te veel zijn én moet het weer gecorrigeerd worden zodra het juiste gewicht bereikt is.In theorie is het dus vrij eenvoudig. Om vetweefsel te verbruiken moet het lichaam minder energie opnemen dan het nodig heeft. Het is helaas niet makkelijk om te beoordelen of er echt een negatieve energiebalans is bereikt, tenzij je de tijd neemt om te kijken of het paard gaat vermageren. Maar dat kan wel even duren.
Hoeveel ruwvoer is nodig?
Een paard kan per dag ongeveer 2% van zijn lichaamsgewicht aan droge stof ruwvoer opeten. Weidegang leidt soms tot een hogere droge stofopname. Dit heeft waarschijnlijk met de snelheid van verteren te maken. Hoe sneller het ruwvoer door de darmen passeert, en gras passeert snel, des te meer kan het paard eten.
Ruwvoer is de basis van het vermageringsrantsoen. Onbeperkt ruwvoer levert altijd teveel energie, ook als het ruwvoer van een arme kwaliteit is.
Voer wegen
Om een paard minder energie te geven kun je in eerste instantie besluiten om van bijvoorbeeld onbeperkt naar beperkt voeren gaan. Wil je echter zekerheid en voorkomen dat je te weinig geeft, dan moet je ruwvoer wegen. Je kunt dit doen met een kofferweegschaal (unster) of door zelf op een gewone weegschaal te gaan staan, met en zonder ruwvoer.
Het komt niet op de gram nauwkeurig en na een tijdje leer je vanzelf inschatten hoeveel je geeft en is het niet meer nodig om iedere keer te wegen. Voor een vermageringsdieet is het goed scherp te blijven en je eigen inschatting geregeld te controleren met een weegschaal.
Droge stof vs vers product
Bereken aan de hand van het gewenste gewicht van je paard hoeveel ruwvoer nodig is. In geval van een vermageringsdieet zal dit meestal 1% van het lichaamsgewicht zijn (bij veel werk en grof hooi mag dit wat hoger zijn; 1,25%). De omrekening van droge stof ruwvoer naar vers product is afhankelijk van het droge stofgehalte(ds) (zie tabel 4).
Als je een ruwvoeranalyse laat maken weet je zeker hoeveel het droge stofgehalte is. Hooi heeft meestal een droge stofgehalte van 80-85%. Kuilvoer voor paarden varieert tussen de 60-80% droge stof. Krijgt een paard van 500 kilogram 5 kg droge stof hooi, dan is dat 6 kg vers hooi of 7 kg verse zeer droge kuil (700 g ds/kg). Verdeel het ruwvoer in ongeveer 4 porties over de dag.
En dan de overige voedingsstoffen
Met een beperkt ruwvoer rantsoen krijgt je paard onvoldoende eiwit, mineralen en vitaminen binnen. Zeker op de lange termijn (en vermageren duurt lang!) is dit ongezond. Mineralen en vitaminen zijn eenvoudig met een supplement te geven. Hierin zit bijna geen energie. Om eiwit toe te voegen aan het rantsoen zal een ander voedermiddel nodig zijn. Er zijn wel supplementen met extra aminozuren, maar de hoeveelheid is veel te gering voor deze situatie. Luzerne is een eiwitrijk voedermiddel waarmee je een combinatie kunt maken, zodat én de energieopname laag blijft én het paard voldoende eiwit krijgt. De exacte combinatie moet passen bij de behoefte en dus bij het lichaamsgewicht van het paard (zie tabel 5).
Andere eiwitrijke voedermiddelen zijn sojaschroot en grasbrok. Deze producten zijn niet altijd eenvoudig te krijgen. Sojaschroot is een restproduct van de extractie van olie uit sojabonen. In de rundveehouderij wordt het veel gebruikt als (eiwitrijk) aanvullend voer. Omdat het eiwitgehalte hoog is, heb je voor een paard van 500 kg op rust maar 200 gram per dag nodig, naast 5 kg droge stof grof hooi. Van grasbrok heb je iets meer nodig voor dit paard, ongeveer 0,75 kg per dag.
Uiteraard zijn naast beide eiwitbronnen nog aanvullende supplementen nodig om het rantsoen compleet te maken.
Een goed samengesteld vermageringsdieet maken is een hele puzzel. Vraag je dierenarts naar speciaal dieetvoer, wat gemaakt is om met beperkt ruwvoer (volgens het voerschema) een compleet dieet te vormen, inclusief voldoende eiwit, mineralen en vitaminen. Dit is gemakkelijk en smakelijk en geeft de zekerheid dat het paard niets tekort komt.
Voermanagement
Het rantsoen bestaat dus uit:
-
-
- een beperkte hoeveelheid ruwvoer;
- wat aanvullend (eiwitrijk)voer;
- en eventueel een supplement.
-
Dit is geen rantsoen waar het paard de hele dag zoet mee is. Om problemen te voorkomen in het gedrag, verdeel je het voer in porties over de dag. Laat de tijd tussen de voerbeurten niet langer zijn dan 6 uur. Het paard heeft een iets langere eettijd als je het ruwvoer uit een slowfeeder geeft. Een voerrek over het hooi of een dubbel hooinet maakt het eten lastiger en geeft het paard wat te doen. Beweging geven is gezond, versnelt de vermagering (verbetert de insulineresistentie!) en geeft ook afleiding. Samen in een paddock staan is leuker dan alleen. Ook mag je een beetje stro tussendoor geven om op te knabbelen.
Let op!
Geef geen stro als stalbedekking tijdens een vermageringsdieet. Als door honger of verveling teveel stro gegeten wordt, kan het paard verstoppingskoliek krijgen.
1. Verander geleidelijk
Verander geleidelijk, in ongeveer 2 weken, van het huidige voersysteem en voersamenstelling naar het nieuwe. Het totale traject zal 3-5 maanden gaan duren, dus zorg ervoor dat je systeem lang vol te houden is. Vandaar dat je dit het beste in het najaar kan starten.
-
-
- Weidegang is geen optie. De grasopname is zo moeilijk te bepalen dat het niet mogelijk is met zekerheid tot een lage energieopname te komen. Juist door het paard slechts een uurtje op de wei te zetten, creëer je een enorme “vraatzucht” en een ongezond hoge voeropname. Lees meer over weidegang in mijn artikel ‘Weidegang: lust of last’.
- Door het rantsoen nu energiearm te maken en het paard echt te laten vermageren en door dit consequent vol te houden blijft de periode zo kort mogelijk.
-
2. Controleer elke 4 weken de BCS
-
-
- Laat iemand anders die het paard niet vaak ziet de body condition score beoordelen (foto). Zelf zie je kleine veranderingen niet altijd.
- Staat het paard op het vermageringsdieet, dan is het fijn om te zien dat er daadwerkelijk wat gebeurt. In de eerste weken zie je vaak dat de buik dunner wordt. Dit is vooral het gevolg van wat minder ruwvoer. Het paard gaat vet verbranden om aan energie te komen. Als dit vet uit de buikholte wordt gehaald, waar ook een grote reserve zit, dan verdwijnt er nog niet veel vet onderhuids. De body condition score blijft gelijk. Dit kan nogal frustrerend zijn. Blijf toch het dieet volhouden.
- Laat voor de zekerheid nakijken of het rantsoen inderdaad een laag energiegehalte heeft. Na 6-8 weken worden de veranderingen meestal zichtbaar.
-
3. Geef beweging
Krijgt het paard geen extra beweging dan kan de vermageringsperiode vrij lang duren. Het paard kan zelfs de stofwisselingssnelheid wat vertragen zodat het vermageren min of meer stil komt te liggen. Zodra het mogelijk is om beweging te geven, zal de stofwisselingsnelheid verhogen. Dit is noodzakelijk voor een succesvolle vermageringsperiode. Al ga je maar wandelen; alle beweging is zinvol. Maar hoe meer, hoe beter. Wordt de beweging dagelijks intensiever, dan zou zelfs het rantsoen iets aangepast mogen worden om tekorten te voorkomen.
4. Finish bereikt?
Pas dan het rantsoen weer aan. Is het doel bereikt en heeft het paard een gezonder gewicht, dan moet het rantsoen aangepast worden, anders kan het paard zelfs te dun worden. Je geeft tenslotte minder energie dan het paard voor zijn ideale gewicht nodig heeft. Blijf alert op de body condition score en blijf het paard beperkt voeren om terugval en herhaling van overgewicht te voorkomen.
Tot slot
Een paard weer op goed gewicht krijgen kan uiteraard op verschillende manieren. Feit is dat het zeker 3-4 maanden duurt (soms ook langer) om resultaat te boeken. Als je in die lange periode een verkeerd rantsoen geeft kan het paard daar klachten door krijgen. Een wat je noemt ‘van de regen in de drup’ situatie. Vandaar dat een goed doordacht plan vooraf veel ellende bespaart. Heeft het paard maar een beetje overgewicht dan zijn minder drastische maatregelen nodig. Je kan dan het krachtvoer vervangen door een mineralen-vitaminen supplement en het ruwvoer wat beperken. Of, en dat werkt het allerbeste, meer, vaker en intensiever trainen! Uiteindelijk komt het erop neer dat je de BCS elke 6 weken blijft controleren om zo excessen vóór te zijn en het paard zo goed mogelijk ondersteunt gezond te blijven.
En dan nog even dit
Een gezond vermageringsdieet maken is niet altijd even gemakkelijk. Als je fouten maakt kan het vermageren mislukken óf je paard kan andere klachten krijgen. Vraag een voedingsadvies aan bij een voedingsdeskundige of dierenarts (Voedingsconsulent Paard). Met een goed dieet is je paard binnen een aantal maanden weer op gezond gewicht. Dat stelt gerust!