Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 3 minuten

EVA staat voor Equine Virale Arteritis en wordt veroorzaakt door het Equine Arteritis Virus (EAV). Er is wereldwijd zelden tot nooit melding van een uitbraak van EVA, maar vermelding van EVA is met name voor de fokkerij van belang in het kader van de seksuele overdraagbaarheid van het virus. Bij drachtige merries kan een infectie bijvoorbeeld leiden tot abortus of vroeggeboorte.

Wat zijn de symptomen van EVA?

Het ziektebeeld kan bestaan uit verschillende symptomen en is niet-specifiek; het paard kan een infectie doormaken zonder dat je dit merkt, maar er kunnen ook symptomen optreden zoals:

 

  • Koorts
  • Oogontsteking
  • Huiduitslag
  • Neusuitvloeiing
  • Opgelopen benen
  • En bij de drachtige merrie: abortus

Bij veulens

In principe kan deze infectie door een gezond volwassen paard zonder al te veel problemen worden overwonnen, eventueel met ondersteunende medicatie van de dierenarts. Bij een jong veulen echter kan het leiden tot een flinke longontsteking of zelfs plotselinge sterfte, temeer bij een veulen met een onderdrukt immuunsysteem of na een tekort aan antistoffen via de biest.

Afb. 1

Bij een drachtige merrie

Wanneer een drachtige merrie in aanraking komt met het virus kan dit tot abortus leiden, maar dat hoeft niet. Abortus vindt doorgaans plaats 1-3 weken na besmetting met het virus, waarbij de merrie voorafgaand niet altijd ziekteverschijnselen vertoont. In principe is het risico op abortus niet afhankelijk van het stadium van de dracht waarin de merrie besmet raakt. Het is mogelijk dat, wanneer besmetting plaatsvindt tijdens de laatste 2-3 maanden van de dracht, het veulen te vroeg en/of te zwak geboren wordt.

Hoe wordt EAV overgedragen op andere paarden?

Virusoverdracht vindt grotendeels plaats op twee manieren:

 

  • via inademing van het virus door de neus, of;
  • via dekking met besmet sperma van een drager-hengst.

Besmetting via inademing

Een besmette ruin of merrie scheidt tijdens de acute fase van de infectie grote hoeveelheden van het virus uit via de urine of via de luchtwegen. Dit is het moment dat deze groep zeer besmettelijk is voor andere paarden in de omgeving. Na deze periode van virusuitscheiding (enkele weken) zal het virus zich niet blijvend in het lichaam vestigen en vormt het paard geen besmettingsbron meer voor andere dieren. Het paard heeft antistoffen gevormd die voor de rest van het leven kunnen worden aangetoond in het bloed (seropositief). Deze antistoffen zullen het paard in de toekomst beschermen tegen ziekte.

Besmetting via dekking met besmet sperma door een drager-hengst

Bij de hengst kan het verloop anders zijn: ongeveer 50% van de hengsten zal na de hierboven beschreven acute fase het virus niet kwijtraken, maar opslaan in zijn geslachtsorganen. De vruchtbaarheid is hierbij niet in gevaar. Hierdoor wordt het dier een ‘persistente drager‘ en zal het virus permanent worden uitgescheiden via zijn sperma. Op deze manier kan één hengst vele merries besmetten die op hun beurt weer andere dieren, waaronder mogelijk drachtige merries, kunnen besmetten. Het is belangrijk te weten dat invriezen van het sperma geen effect heeft op de aanwezigheid en de activiteit van het virus: het is net zo besmettelijk als gekoeld of vers sperma.

Hoe kan EVA worden gediagnosticeerd?

De ziekteverschijnselen die worden veroorzaakt door het virus zijn zoals eerder genoemd, niet-specifiek. Dit betekent dat op basis van het klinisch beeld de diagnose EVA niet kan worden gesteld. Wanneer de dierenarts een paard verdenkt van EVA en de eigenaar is gemotiveerd om verdere diagnostiek uit te laten voeren, kan er tijdens de acute fase van de infectie een neusswab/spoelsel, een swab van het oogvocht, of een bloedonderzoek worden uitgevoerd. Daarnaast kan er door middel van twee bloedafnames met een tussentijd van een maand worden aangetoond of het paard in de periode tussen beide afnames antistoffen heeft aangemaakt. Ook het sperma van hengsten kan worden getest op de aanwezigheid van het virus.

Indien een merrie heeft geaborteerd zijn zowel het dode veulen als de nageboorte en het vruchtwater erg besmettelijk. Het virus is echter niet in alle gevallen gemakkelijk aantoonbaar in het veulen en een biopt van het baarmoederslijmvlies van de merrie biedt duidelijkheid. Hygiëne bij dierenarts en staleigenaar is hierbij van groot belang.

Wat kunnen we doen ter preventie van EVA?

Regelgeving op internationaal niveau: sperma besmet met het EAV mag niet worden geëxporteerd. Daarnaast geldt er in enkele landen zelfs een importverbod op seropositieve paarden. Vaccinaties zijn beschikbaar maar mogen in Europa niet worden uitgevoerd. Daarnaast is voorzichtigheid bij de hengstkeuze aangeraden: voorkom dekking door een persistente drager-hengst. Indien dekking toch plaatsvindt dient de merrie van andere dieren te worden geïsoleerd gedurende minimaal een maand.

Gerelateerde rubrieken