Als aanvulling op het lichamelijk onderzoek van je paard kan een dierenarts besluiten om bloedonderzoek uit te voeren. Bloedonderzoek kan op veel vragen omtrent de gezondheid van het paard antwoord geven. Tevens kan er op specifieke waarden gecontroleerd worden en kan een dierenarts aan de hand hiervan een behandelplan opstellen wanneer de waarden als afwijkend beschouwd kunnen worden.
Naast het achterhalen van een aantal afwijkingen in het lichaam worden ook bloedmonsters genomen als een paard voor export naar het buitenland gaat of wanneer men wil controleren of het paard bepaalde medicijnen toegediend heeft gekregen (bijvoorbeeld bij een dopingcontrole).
Samenstelling bloed
Over het algemeen mag aangenomen worden dat ongeveer 7-10% van het lichaamsgewicht van een paard uit bloed bestaat. Voor een volwassen paard van 600 kg betekent dit dat er op zijn minst 45 liter bloed in het lichaam circuleert. Bloed kan worden gezien als een transportsysteem voor bouw-, brand- en afvalstoffen.
Het is goed om te weten uit welke verschillende elementen het bloed van een paard is samengesteld.
Bloed bestaat uit bloedplasma en bloedcellen. Bloedplasma kan gezien worden als het vocht waarin stoffen zoals eiwitten en mineralen zijn opgelost. Bloedcellen zweven als het ware in het bloedplasma. Er zijn 3 soorten bloedcellen, te weten:
- Rode bloedcellen
- Witte bloedcellen
- Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
De rode kleur van het bloed wordt veroorzaakt door de rode bloedcellen (erythrocyten). Hemoglobine, een stof die zich in de rode bloedcellen bevindt, bindt zuurstof. Op deze manier wordt de zuurstof via het bloed het lichaam door getransporteerd. Zuurstofrijk bloed op weg naar alle cellen is helderrood van kleur. Na aflevering van de zuurstof in de weefsels en op weg terug naar het hart, is het bloed donkerrood van kleur.
Witte bloedcellen
Witte bloedcellen (leukocyten) zijn de uitvoerende bestanddelen van het afweersysteem. Verschillende soorten witte bloedcellen zijn verantwoordelijk voor de verschillende functies van het afweersysteem (directe afweer, afweerstoffenproductie, etc.).
- Granulocyten zorgen ervoor dat virussen, bacteriën, parasieten en andere ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt worden. Ze bestrijden als het ware infecties.
- De lymfocyten vormen antistoffen tegen diezelfde virussen, bacteriën, parasieten en andere ziekteverwekkers. Het paardenlichaam krijgt op deze manier gerichte afweer tegen deze ziekteverwekkers. Wanneer een paard gevaccineerd wordt, spelen deze lymfocyten hierbij een belangrijke rol.
- Het opruimen van dode cellen en ontstekingsmateriaal wordt geregeld door de monocyten/macrofagen.
Bloedplaatjes
De bloedplaatjes (trombocyten) zijn onmisbaar wanneer een paard een verwonding/kneuzing oploopt. Ze zorgen namelijk voor stolling van het bloed bij beschadiging van bloedvaten.
Klinische chemie en referentiewaarden
Buiten celbestanddelen bevat bloed tevens een grote verscheidenheid aan mineralen, vitamines, enzymen en eiwitten. De verschillende bestanddelen vervullen specifieke taken in het functioneren van organen en/of de homeostase van het lichaam (regulatie van vochtbalans, zuurgraad, etc.).
Bij verstoringen van de homeostase kan bloedonderzoek duidelijke aanwijzingen geven voor de manier waarop deze verstoringen bestreden dienen te worden (o.a. toediening van vocht, elektrolyten of regelaars van de zuurgraad).
Voor wat betreft de verschillende enzymen die een rol spelen in het functioneren van specifieke weefsels, kan worden gesteld dat met behulp van bloedonderzoek schade aan dergelijke weefsels kan worden onderzocht. Door continue celopbouw en -afbraak in verschillende weefsels is er voor de meeste enzymen een ‘normaal’ gehalte van dat bepaalde enzym in het bloed. Referentiewaarden zijn hierbij de spreiding van desbetreffend gehalte in een gezonde populatie dieren (95% van gezonde dieren vallen binnen deze range). Bij schade of ontsteking van een orgaan raken er meer cellen beschadigd dan normaal het geval is. Enzymen die zich normaal binnen de cel bevinden (en dus niet worden gemeten) worden nu uitgestoten in de bloedbaan. Bij chemische analyse van het bloed kan dit leiden tot een verhoging van het gehalte van deze enzymen tot boven de referentiewaarden. Hiermee is er dan sprake van een afwijking. Je dierenarts is er voor opgeleid om verschillende combinaties van afwijkingen te interpreteren en de relevantie in het licht van de gezondheidsklachten te beoordelen.
Enkele voorbeelden die uit bloedonderzoek naar voren kunnen komen zijn:
- Bloedarmoede of anemie
- Spierbevangenheid of tying-up
- Ontstekingen
- Lever- of nierafwijking
- Vitamine- en/of mineralentekort
- PPID (voorheen ziekte van Cushing)
PPID-test met 50% korting
In de maanden september en oktober kun je je paard met 50% korting op PPID laten testen. Informeer hierover bij je dierenarts.
Bloedarmoede of anemie
Het volume van de rode bloedcellen die wordt ingenomen in het bloed wordt de hematocriet (Ht) genoemd. Wanneer een paard een te lage Ht-waarde heeft, duidt dit op bloedarmoede. Dit kan veroorzaakt worden door bloedverlies (bijvoorbeeld bij een verwonding of ernstige worminfectie, door verhoogde bloedafbraak of doordat er in het beenmerg onvoldoende nieuwe rode bloedcellen aangemaakt worden).
Een te lage Ht-waarde resulteert in sommige gevallen in een verminderd uithoudingsvermogen aangezien er minder transport van zuurstof plaats kan vinden. De Ht-waarde kan ook hoger zijn door uitdroging, doordat het paard opgewonden is of omdat het kort voor het bloedmonster (hard) gewerkt heeft. Bij inspanning geeft de milt namelijk extra rode bloedcellen af aan het bloed voor meer zuurstoftransport.
Spierbevangenheid (tying-up, maandagziekte)
De spierenzymen Creatinekinase (CK) en Aspartaat-AminoTransferase (ASAT) zorgen voor specifieke biochemische processen in spiercellen. Bij spierschade of verhoogde spierafbraak raakt de activiteit van CK en ASAT in het bloed flink verhoogd.
Ontstekingen
Een ontsteking ergens in het paardenlichaam is vaak via bloedonderzoek te achterhalen, doordat er een verandering is in het aantal of de samenstelling van leukocyten. Wanneer er een ontsteking ergens in het lichaam is opgetreden, zullen ook een aantal specifieke eiwitten in verhoogde mate terug te vinden zijn in het bloed.
Met algemeen bloedonderzoek kan een beeld worden verkregen van de reactie van het lichaam op een ziekteverwekker. Het geeft echter geen specifieke informatie over welke ziekteverwekker voor problemen zorgt, hier is in veel gevallen aanvullend onderzoek voor nodig.
Lever- nierafwijking
De lever en nieren hebben beide een belangrijke rol bij het verwerken en uitscheiden van afvalstoffen.
Om te achterhalen of een paard nierproblemen heeft wordt in het bloedmonster gezocht naar verhoogde waarden van ureum en creatinine. Een toename van het ureum en creatinine in het bloed (uremie) kan het gevolg zijn van het feit dat de nieren onvoldoende ureum uit het bloed filteren. Volledig onderzoek van de nieren omvat daarnaast urineonderzoek.
De functie van de lever is te beoordelen door te bepalen of er een verhoging is van bepaalde stoffen die de lever normaliter verwerkt of afvoert (o.a. galzuren). Daarnaast zijn er verschillende enzymen die op leverschade kunnen wijzen (o.a. gamma-GT).
Vitamine -en/of mineralentekort
De rol van vitamines en mineralen voor het paardenlichaam is van groot belang. Vitamines zijn nodig voor onder andere een goed afweersysteem en het afvoeren van afvalstoffen uit het lichaam. Het paardenlichaam is niet in staat om zelf vitamines aan te maken, enkele vitamines uitgezonderd. Vitamines dienen in kleine hoeveelheden met het voer opgenomen te worden. In krachtvoer zijn vaak vitamines en mineralen toegevoegd. Mineralen zijn nodig voor botgroei, spieropbouw, opname van water en andere stoffen. Daarnaast zorgen mineralen voor het functioneren van enzymen en hormonen.
In een bloedmonster is te constateren wat de waardes zijn van essentiële mineralen en vitamines, zoals Natrium, Kalium, Calcium, Magnesium, Fosfaat en Vitamine E / Selenium. Bij een tekort of overschot hiervan kunnen aanpassingen in de voeding van het paard doorgevoerd worden.
PPID (voorheen ziekte van cushing)
PPID (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction) is goed te achterhalen via een bloedonderzoek. In de volksmond wordt deze aandoening ook wel ziekte van Cushing genoemd. In het bloed zal een verhoogde concentratie van ACTH (Adrenocorticotroop hormoon) te vinden zijn.
Tekst in samenwerking met Martsje Bergsma