Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp

Het bekken vormt bij het paard de overgang van het achterbeen naar de wervelkolom. Bekkenproblemen kunnen daarom een belangrijke oorzaak voor verminderde prestaties bij (sport)paarden zijn en kunnen zelfs kreupelheden veroorzaken. Helaas is deze regio niet altijd even makkelijk te onderzoeken. De klachten kunnen vrij algemeen zijn (bijvoorbeeld minder schwung/afzet) en beeldvorming kan lastig zijn door de grote massa aan spieren over het bekken. Toch is met specialistisch onderzoek een hoop informatie uit deze regio te verkrijgen en kunnen veel bekkenproblemen gelukkig goed behandeld worden.

Anatomie van het bekken

Het bekken (os coxae) bestaat uit 3 versmolten botten:

    • Het schaambeen (os pubis, Figuur 1, nr.6)
    • Het zitbeen (os ischium, Figuur 2, nr. 5)
    • Het darmbeen (os ilium, Figuur 2, nr. 6)

Het maakt via het SI-gewricht contact met de wervelkolom (heiligbeen, Figuur 2, nr. 4) en via het heupgewricht met het achterbeen.

Afb. 1: Bovenaanzicht van het bekken

Figuur 1: Bovenaanzicht van het bekken

  1. Tuber coxea (heupknobbel)
  2. Tuber sacrale
  3. Lumbo-sacraalgewricht
  4. Heupgewricht
  5. Tuber ischium (zitbeenknobbel)
  6. Os pubis (schaambeen)
  7. Os ilium (darmbeen)
Afb. 2: Zijaanzicht van het bekken

Figuur 2: Zijaanzicht van het bekken

1. Tuber sacrale
2. Heupgewricht
3. Tuber coxae (heupknobbel)
4. Heiligbeen (sacrum)
5. Tuber ischium (zitbeenknobbel)
6. Os ilium (darmbeen)
7. Femur (bovenbeen)

De beweeglijkheid van het bekken bestaat met name uit buigen/strekken en draaien (rotatie). De gewrichten van het lumbosacraalgewricht (het gewricht tussen de laatste lendenwervel en het heiligbeen) staan enorm veel beweging toe in het buigen en strekken van de rug, dit zorgt voor ongeveer 75% van de totale capaciteit in buigen en strekken van de rug. Het SI-gewricht, dit is het gewricht tussen het heiligbeen en de bekkenvleugel, laat niet veel beweging toe aangezien het de grote krachten van het achterbeen richting de wervelkolom moet geleiden. De schuifbeweging die deze gewrichten maken noemen we nutatie of counternutatie.

Soorten bekkenproblemen

Bekkenproblemen zijn onder te verdelen in:

 

  • Problemen met het lumbosacraal of sacroiliacale (SI) gewrichten
  • Problemen met het heupgewricht
  • Problemen met het bekkenbot of aanhechtingen op dit bot

Oorzaken van bekkenproblemen

Problemen met het bekken kunnen worden veroorzaakt door:

  • Trauma; bijvoorbeeld breuken van het bekken of het heiligbeen; hierbij is het bekken vrij goed bestand tegen druk op het bekken in de lengterichting, maar erg gevoelig voor breken bij druk van bovenop (bij over de kop slaan bijvoorbeeld)
  • Degeneratieve veranderingen van het lumbosacraal of sacroiliacaal gewricht (artrose/slijtage), eventueel met ligamentbeschadigingen van deze gewrichten
  • Veranderingen aan de tussenwervelschijven
  • Heupproblemen: artrose, luxatie, ligamentschade of breuken
  • Neurologische problemen: verlamming van een zenuw, zwakte
  • Spierproblemen: bijv. scheuring/overrekking

Er is een belangrijk onderscheid in traumatische oorzaken, zoals bijvoorbeeld een breuk of luxatie (uit de kom zijn) na een val, of problemen die door slijtage veroorzaakt worden. Deze slijtage kan zich vormen door overmatig gebruik of van een ongelijk of onjuist gebruik van één van deze gewrichten.

Symptomen

De symptomen van bekkenproblemen kunnen vrij algemeen tot meer specifiek van aard zijn, zoals:

 

  • Stijfheid van de achterbenen
  • Verminderde impuls
  • Bij springen: moeite met korte bochten, scheef afzetten en/of over de sprong gaan
  • Bij dressuur: moeite met verzamelen, pirouettes en/of galopchangementen
  • Verzet, bokken, moeite bij het oppakken van de achterbenen (door bijv. een smid)
  • Scheefheid in bekken en/of lopen
  • Moeite met aan galopperen, vaak overspringen, met 2 achterbenen tegelijk springen in galop (bunnyhop)
  • Kreupelheden
  • Zwellingen, vervormingen of pijnlijkheden van de croup

Diagnose

Om tot een juiste diagnose te komen wat het bekkenprobleem veroorzaakt, is het belangrijk om de klachten te combineren met een uitgebreid klinisch onderzoek. Hierbij wordt naar de beweging gekeken zowel aan de hand als onder het zadel. De rug wordt compleet nagevoeld op pijnlijkheden, asymmetrie en beweeglijkheid. Belangrijk is ook om kreupelheden en bijkomende rugproblemen uit een ander gebied uit te sluiten of te onderkennen.

Beeldvorming van het bekken wordt bemoeilijkt door de grote omvang van de spieren en buikinhoud van de achterhand. Hierdoor is het grootste gedeelte van het bekken niet met röntgenopnamen te bekijken. Gelukkig kunnen we met echografie (zowel uitwendig als inwendig) wel een groot deel in beeld brengen. Soms is het echter nodig om het klinisch en echografische onderzoek aan te vullen met een scintigrafisch onderzoek (radioactieve botscan).

Behandeling

Afhankelijk van de diagnose zijn er verschillende behandelmogelijkheden voor het bekken. Dit kan bestaan uit onder andere:

 

  • Weghalen van de ontsteking door bijvoorbeeld gewrichtsinjecties (meestal onder echobegeleiding)
  • Herstellen van botproblemen, bijvoorbeeld met (bisfosfonaat)infusen die het evenwicht in botmetabolisme herstellen
  • Wegnemen van pijn door pijnstillers of bijvoorbeeld met mesotherapie
  • Herstellen van de normale beweeglijkheid van de rug door bijvoorbeeld chiropractie en fysiotherapie

Preventie

Bekkenproblemen door trauma zijn slechts gedeeltelijk te voorkomen, bijvoorbeeld door gladde ondergronden te mijden of paarden niet zelf hun box in te laten rennen. Bij dit laatste gebeurt het nog wel dat het heupbot de boxwand/deur schampt en beschadigd raakt. Daarnaast is het op een juiste manier bewegen een belangrijke factor om problemen in het bekken te voorkomen, een goed passend zadel, goed beslag en een vroege diagnose en behandeling van eventuele kreupelheden zijn daarbij essentieel.

 

Auteur: Franklin Lashley

Gerelateerde rubrieken

Onze partners

boehringer-ingelheim-logo donkergroen
Zoetis_logo
Dumea Onderzoek & Advies logo
Hippo Horse Insurance -logo
Hay to You logo