Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 4 minuten

Bij paarden met artrose is er sprake van gewrichtsslijtage. Het kraakbeen, gewrichtskapsel en de gewrichtsvloeistof die ervoor moeten zorgen dat de botten in het gewricht soepel kunnen bewegen, zijn hierbij aangetast. Omdat een paard in zijn hele lichaam gewrichten heeft, kan artrose in het hele lichaam voorkomen. De meest voorkomende plaatsen zijn de benen  en de hals, gevolgd door de rug. Artrose is een chronische degeneratieve aandoening en de opgetreden schade kan in principe niet geheel worden genezen, maar het vorderen van de aandoening kan wel worden geremd.

Oorzaken van artrose

Kraakbeen (4) en gewrichtsvloeistof (3) functioneren als scharniervlakken in een gewricht. Kraakbeen heeft specifieke karakteristieken die ervoor zorgen dat het weefsel weerstand kan bieden aan de belasting waar het aan bloot wordt gesteld. Het kraakbeen moet glad, dempend en elastisch zijn en tegelijkertijd sterk genoeg zijn om niet kapot te gaan door bewegingen van het paard. Sommige delen van het gewricht ondergaan de hele dag door een relatief kleine, statische belasting als het paard stilstaat. Andere delen van het gewricht worden alleen belast als het paard beweegt en krijgen dan te maken met een kortdurende hoge belastingspiek. Ieder deel van het gewrichtsoppervlak heeft zo een eigen belastingskarakteristiek. Omdat de eisen die aan weefsel worden gesteld voor de verschillende soorten belasting verschillend zijn, past het weefsel zich hieraan aan. Dit proces wordt functionele adaptatie genoemd en vindt in de eerste maanden na de geboorte plaats onder invloed van de belasting waar de gewrichten van het veulen aan bloot worden gesteld. Na deze periode van functionele adaptatie liggen de eigenschappen van het kraakbeen vast en kunnen vrijwel niet meer worden veranderd. Indien op latere leeftijd de belasting van het kraakbeen sterk afwijkt van de belasting in de fase van functionele adaptatie, dan kan het kraakbeen daar schade van ondervinden. Deze schade ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van artrose bij het paard.

Afb. 1: Gezond gewricht en gewricht met artrose.

Afbeelding:
‘gezond gewricht vs artrotisch gewricht’

1. Botuiteinde (bol) (bot)
2. Botuiteinde (hol) (bot)
3. Gewrichtsvloeistof (synoviaal vocht)
4. (Beschadigd) kraakbeen
5. Botuitsteeksel aan de randen van het gewrichtsvlak (osteofyt)
6. Gewrichtskapsel
7. Gewrichtsbanden

Het ontstaan van artrose kan daarmee verschillende oorzaken hebben. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • Overbelasting
    Door overbelasting van het gewricht kan het kraakbeen overbelast worden. Paarden die zeer intensief, langdurig of onder zware belasting bewegen hebben een grotere kans op het ontwikkelen van artrose.
  • Afwijkende beenstand
    Door een afwijkende beenstand worden de gewrichten op een ongelijke manier belast. Sommige delen van gewrichten zullen worden overbelast waardoor het kraakbeen wordt aangetast.
  • Gewrichtsinfecties
    Door een infectie kan kraakbeen worden aangetast, dit kraakbeen is dan minder goed in staat om normale belasting van het gewricht te kunnen verdragen.
  • Breuken
    Door een breuk kan het gewricht beschadigen waardoor artrose kan ontstaan.
  • Ouderdom
    Ouderdom is geen ziekte, maar een leven lang belasting en overbelasting telt op. Gewrichten van oudere paarden hebben gedurende het leven vaak veel te verwerken gehad. De grenzen waar binnen het gewricht veilig belast kan worden zijn over het algemeen dan ook smaller dan bij jonge paarden. Overbelasting treedt dus sneller op!

Verschijnselen van artrose

Artrose kan zich op verschillende plaatsen in het paardenlichaam manifesteren. Er zijn dan ook verschillende verschijnselen van artrose te onderscheiden. Een paard met artrose in de hals kan bijvoorbeeld moeite hebben om zijn hals te strekken en te buigen. Wanneer de artrose zich in het kaakgewricht bevindt, zal het paard moeilijkheden hebben met kauwen. Dit kan zich uiten in scheef kauwen, of aan één kant kauwen. Artrose komt vaak in de benen van het paard voor. Artrose in de benen kenmerkt zich vaak door (start)stijfheid en kreupelheid. Het paard wil zo min mogelijk bewegen en kan in sommige gevallen moeite hebben met opstaan.

Diagnose

Om vast te stellen of een paard daadwerkelijk artrose heeft, kan de dierenarts verschillende onderzoeken uitvoeren. Als het paard kreupel is, kan een verdacht gewricht of een pijnzenuw die het gewricht van (pijn)gevoel voorziet worden ingespoten met een verdovend middel. Loopt het paard hierna niet meer kreupel, dan kan hieruit worden afgeleid dat het probleem met het gewricht te maken heeft. Om de uiteindelijke diagnose te stellen, is een röntgenonderzoek vaak noodzakelijk. Kraakbeen is niet zichtbaar op röntgenfoto’s, maar veranderingen in de botstructuur wel. Laat de röntgenfoto botveranderingen rond het gewricht zien, dan is er in veel gevallen sprake van artrose. Voor aanvullende informatie over de weke delen in en om een gewricht kan een CT, MRI of echografisch onderzoek worden ingesteld.

Behandeling

Artrose is een chronische aandoening en opgetreden schade kan niet worden genezen. Wanneer het gewrichtskraakbeen eenmaal is beschadigd, zal dit niet meer herstellen tot de oorspronkelijke kwaliteit. Wel is er een aantal middelen waarmee de symptomen van artrose, al dan niet tijdelijk, kunnen worden verlicht en het ontstekingsproces dat gaande is in en rond het gewricht wordt afgeremd. Artrose kent verschillende stadia. In een vroeg stadium kan een paard bijvoorbeeld baat hebben bij ontstekingsremmers. Ook voedingssupplementen met glucosamine/chondroïtine en speciaal hoefbeslag zouden een paard met artrose kunnen helpen. Om de gewrichten soepel te houden, is het goed om het paard volgens een aangepast programma te laten bewegen en erop te letten dat het paard niet te zwaar wordt. In een later stadium van artrose, waarin er bijvoorbeeld sprake is van verandering in de botstructuur, wordt de behandeling vaak intensiever en heeft het behandeltraject over het algemeen een minder gunstige prognose.

Bekijk hieronder een video over artrose

100 Seconden dierenarts

Artrose bij paarden

Preventie

Om te voorkomen dat een paard artrose krijgt, is het belangrijk dat het paard op de juiste wijze wordt getraind en belast. Pas de training aan op de leeftijd en het niveau van het paard en bouw de training langzaam op om overbelasting te voorkomen. Daarnaast is een goede rijbodem essentieel. Geef het paard naast een passende training ook voldoende vrije beweging. Ook aangepaste voeding en een gezond gewicht van het paard kunnen helpen artrose te voorkomen. Zorg ervoor dat de hoeven van het paard regelmatig worden gecontroleerd en verzorgd. Tot slot is het van belang dat blessures en gewrichtsletsels zo spoedig mogelijk na het ontstaan worden behandeld zodat een zo goed mogelijk behandelresultaat kan worden behaald.

Auteur: Mark van Manen

Gerelateerde rubrieken